Oefenen SE Woordenschat en Taalverzorging h1 en h2 T4 - nov 2021

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Herhaling begrippen SE h1/2 
Woordenschat en Taalverzorging

SE => Woensdag 24 november
Digitaal

Slide 2 - Diapositive

Schrijf de zin over met de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
afgelopen zomer hebben we twee weken gekampeerd op camping de reehorst in ommen

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf de zin over met de hoofdletters en leestekens op de juiste plek.
's ochtends schijnt het in zuid-frankrijk nu al 30 graden te zijn

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf de zin over en zet hoofdletters en leestekens op de juist plek.

eigenlijk houd ik niet zo van spruitjes mopperde peter

Slide 5 - Question ouverte

Deze zin is goed/fout als het gaat om leestekens en hoofdletters.

De directeur deelde mee dat hij per 1 januari de school gaat verlaten.
A
B

Slide 6 - Quiz

Deze zin is goed/fout als het gaat om leestekens en hoofdletters.

De kunstschilder zei 'Dat hij zijn inspiratie uit de natuur haalde.'
A
B

Slide 7 - Quiz

Directe en indirecte rede
Hoor  je iemand letterlijk praten? 
Gebruik aanhalingstekens

Hoor je iemand NIET letterlijk praten? 
Gebruik GEEN aanhalingstekens

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldzinnen
A. Jan zei dat hij zin in een ijsje had.

B. Jan zei: "Ik heb zin in een ijsje."

C. "Ik heb zin in een ijsje," zei Jan.

Slide 9 - Diapositive

Wanneer moet je een komma gebruiken?
Noteer 4 zaken

Slide 10 - Question ouverte

Komma
  • Tussen twee persoonsvormen
  • Tussen delen van een opsomming
  • Na een naam of een uitroep aan het begin van een zin
  • Voor voegwoorden zoals: nadat, omdat, enz.

Slide 11 - Diapositive

Verbeter de volgende zin, als het gaat om hoofdletters en leestekens.
net als vorige herfst organiseert sportvereniging achilles weer een triatlon in oktober

Slide 12 - Question ouverte

Verander de onderstaande zin in een zin met een citaat (directe rede).
Maria zei dat de soep heerlijk smaakte.

Slide 13 - Question ouverte

Lopen
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord

Slide 14 - Quiz

Werkwoordspelling
  • Is het in te vullen woord een persoonsvorm?
  • JA
  • Tegenwoordige Tijd = Ik-vorm (+T) / of hele werkwoord
  • Verleden Tijd = Ik-vorm + de(n) / te(n)  -> KoFSCHiPTaXi  / of sterk werkwoord - let op klank
  • NEE
  • Voltooid deelwoord - LANGER MAKEN
  • Bijvoeglijk naamwoord - ZO KORT MOGELIJK
Oefenen?
Ga naar www.jufmelis.nl en oefen met ww-spelling

Slide 15 - Diapositive

De persoonsvorm in een zin is altijd een voltooid deelwoord.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quiz


Harold bestelde een broodje hamburger in de schoolkantine
A
persoonsvorm tt
B
persoonsvorm vt
C
voltooid deelwoord
D
onvoltooid deelwoord

Slide 17 - Quiz


Stralend van geluk wandelden Lia en Luuk door het prachtige bos. 
A
voltooid deelwoord pv verleden tijd
B
onvoltooid deelwoord pv verleden tijd
C
voltooid deelwoord voltooid deelwoord
D
onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord

Slide 18 - Quiz


Schrijf de woorden die tussen haakjes staan juist op. Let op de TIJD!
Een man uit Lisse heeft een vliegtuig (besturen). De krant (melden) afgelopen zaterdag dat de man nog nooit eerder in een vliegtuig had (vliegen).
De man (worden) zaterdag door de politie (bekeuren).

Slide 19 - Question ouverte

Als je een werkwoord niet kent, kun je het prima schrijven
- Voorbeeld: Ontaarden
- Haal -EN van het woord af
- Ontaard
- VT? Staat de D in het KoFSCHiPTaXi? Nee + DE = ontaarDDE
- TT? Is het een hij-vorm? Ja -> ontaarDT

Slide 20 - Diapositive

Om te weten hoe je een persoonsvorm schrijft, maak je het woord langer
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Iets op je ... kennen
A
teentjes
B
duimpje
C
ellebogen
D
hoofd

Slide 22 - Quiz

Het achter je ... hebben
A
achterhoofd
B
mond
C
beentje
D
ellebogen

Slide 23 - Quiz

Wat betekent:
Iets op je duimpje kennen?

Slide 24 - Question ouverte

KENNEN
  • Blz. 27 - opdracht 7
  • Je moet weten welke woorden je kunt invullen, maar je moet ook de betekenis kennen!
  • De antwoorden kun je vinden in de ELO van Magister 

Slide 25 - Diapositive

De schriftelijke overhoring was na/naar het oordeel van de leraar slecht gemaakt
A
na
B
naar

Slide 26 - Quiz

Eindelijk gaf de directeur uitsluitsel/uitsluiting over de nieuwe lestijden.
A
uitsluitsel
B
uitsluiting

Slide 27 - Quiz

Zonder opgaaf van reden/rede werd de sportdag uitgesteld.
A
reden
B
rede

Slide 28 - Quiz

Welk woord is fout geschreven?
A
achttienduizend
B
drieëntwintigduizend
C
tienduizendachthonderd
D
vijfenzestigduizend

Slide 29 - Quiz

Schrijf het woord volledig op.
Gebruik een voor- of achtervoegsel.
Een beleid dat heel slecht is = een ...beleid...

Slide 30 - Question ouverte

LEREN
SE maandag
LEER je zaken goed - het is een echt LEER-SE!

In de ELO van Magister vind je alle antwoorden van de paragrafen.

Slide 31 - Diapositive

Extra oefenen?
In je oefenboek staan opdrachten die je kunt maken
Antwoorden van het oefenboek -> Magister ELO
Sites:
www.cambiumned.nl
www.jufmelis.nl
Filmpje leestekens
https://www.youtube.com/watch?v=ywLOStVAFu8
Woorden aan elkaar of of los?https://www.youtube.com/watch?v=43PPKimD3yg

Slide 32 - Diapositive