Communiceren met de doelgroep week 3

Theoriebron 16: 
Feedback 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Theoriebron 16: 
Feedback 

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:  
Kennis maken met professioneel handelen dmv feedback

Feedback heeft verschillende doelen; gedragen doel, houdingsdoel, kennisdoel.



Je weet de regels van feedback geven. 

Slide 2 - Diapositive

Kunnen jullie 3 momenten benoemen waarop jij feedback kreeg?
Naar aanleiding van wat en in welke situatie?

Slide 3 - Question ouverte

Inleiding 
 De manier waarop je deze feedback geeft, is erg bepalend. Als je dit op de verkeerde manier doet, kan dit erg onprettig zijn. Het kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind en het veilige groepsklimaat. 
Jij als professional moet dus op een ‘goede’ manier feedback geven. Maar hoe doe je dat nu eigenlijk?

Communicatieve feedback
Gedragsfeedback
Feedback in de praktijk
De (confronterende) ik-boodschap
Hoe werkt de ik-boodschap?
Waarom is feedback geven belangrijk?

Slide 4 - Diapositive

Communicatieve feedback 
Feedback betekent letterlijk: terugvoeden. Feedback verduidelijkt de communicatie. 
Veel problemen kun je verhelderen door na te gaan wat de bedoeling van iemand is geweest bij het zenden van een boodschap.
Twee soorten feedback: communicatieve feedback en gedragsfeedback. 

Communicatieve feedback is de reactie van de ontvanger op de boodschap. De zender krijgt informatie over hoe de ontvanger de boodschap oppakt, en of de ontvanger de boodschap begrepen heeft. De formulering is ook hierbij erg belangrijk. Vraag je bijvoorbeeld aan een kind: ‘Heb je de opdracht goed begrepen?’, dan zal het waarschijnlijk zeggen van wel. Je kunt het kind ook zelf de boodschap laten herhalen.

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld:
Jente is pedagogisch medewerker op de bso. Ze legt een kind iets uit en wil controleren of deze boodschap goed is overgekomen. 
Ze vraagt het kind: ‘Kun je herhalen wat ik heb gezegd?’ Op deze manier kan Jente nagaan hoe de boodschap is overgekomen.

Slide 6 - Diapositive

Gedragsfeedback 
Gedragsfeedback :  het geven van feedback over het gedrag van iemand. Het is de informatie die jij aan een ander geeft over de effecten van diens gedrag op jou.
 Je geeft dus terug wat je hebt waargenomen van het gedrag van de ander. Gedragsfeedback komt op verschillende niveaus voor. Op de werkvloer geef je zowel feedback aan collega’s als aan kinderen. De manier waarop je dit doet verschilt dan ook. Vragen die je jezelf kunt stellen bij het geven van gedragsfeedback zijn:

Wat neem ik waar?
Welke gedachte heb ik daarbij?
Welk gevoel riep dat bij mij op?
Wat zou ik willen van de ander?

Slide 7 - Diapositive

Wie kan een voorbeeld van gedragsfeedback geven?

Slide 8 - Carte mentale

Feedback in de praktijk 
Bij gedragsfeedback maak je onderscheid tussen dat wat over jou gaat en dat wat over de ander gaat.
Het is belangrijk dat je enerzijds beschrijft wat je ziet en anderzijds aangeeft wat jouw eigen reactie daarop is. Hierbij laat je waardeoordelen achterwege. Gebruik je die wel, dan bestaat de kans dat de ander zich aangevallen voelt.
(Bijvoorbeeld: ‘Jij plast ook altijd in je broek. Door jou komen we nu te laat!’) Ook is het belangrijk om je gevoelens bespreekbaar te maken. Voorkom dat je de ander verantwoordelijk maakt voor jouw gevoel en hierdoor het probleem bij de ander legt. (Bijvoorbeeld: ‘Het is jouw schuld dat ik me zo slecht voel.’) Je kunt je voorstellen dat bovenstaande voorbeelden de communicatie en de ontwikkeling van het kind absoluut niet ten goede komen. Maar hoe geef je dan wél op een goede manier feedback?

Slide 9 - Diapositive

Wie kan voorbeelden geven van goede feedback aan een kind?

Slide 10 - Carte mentale

Slide 11 - Diapositive

De (confronterende) ik-boodschap 
Thomas Gordon streefde naar gelijkwaardigheid in relaties en bedacht daarom de ik-boodschap. Op deze manier spreek je vanuit jezelf, vertel je duidelijk wat jij denkt, vindt en voelt, en geef je ook je verwachtingen aan.
Een jij-boodschap wijst naar de ander; de ander doet iets fout. Bij de ik-boodschap houd je het meer bij jezelf. Hierdoor voelt de ander zich minder snel aangevallen. De ik-boodschap wordt dan ook enorm veel gebruikt bij het geven van gedragsfeedback (aan kinderen). Wanneer je positieve feedback wilt geven, kun je de positieve ik-boodschap gebruiken. Deze draagt bij aan een goede sfeer in de groep. Het werkt aanstekelijk op het gedrag van kinderen. Ook als je een kind wilt aanspreken op ongewenst gedrag, kun je de ik-boodschap gebruiken. Je kiest dan echter de confronterende ik-boodschap. Hierdoor houd je de boodschap bij jezelf, maar geef je wel aan dat dit gedrag niet gewenst is.

Slide 12 - Diapositive

Wanneer je positieve feedback wilt geven, kun je de positieve ik-boodschap gebruiken. Deze draagt bij aan een goede sfeer in de groep. Het werkt aanstekelijk op het gedrag van kinderen. Ook als je een kind wilt aanspreken op ongewenst gedrag, kun je de ik-boodschap gebruiken. Je kiest dan echter de confronterende ik-boodschap. Hierdoor houd je de boodschap bij jezelf, maar geef je wel aan dat dit gedrag niet gewenst is.

Slide 13 - Diapositive

Hoe werkt de ik-boodschap? 
De ik-boodschap bestaat uit drie delen:


1. beschrijving van het gedrag (zonder veroordeling)
2. het effect dat het gedrag op mij heeft (gevolg)
3. het gevoel dat ik erbij heb.

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden ik-boodschap: 

‘Wat fijn dat je de tafel hebt opgeruimd. Dat scheelt mij een hoop werk!’


‘Ik vind het leuk om te zien dat jij zo goed samen met Merel speelt.’

Slide 15 - Diapositive

Voorbeelden confronterende ik-boodschap: 

‘Ik vind het niet leuk dat je de lego op de grond gooit. Ik heb het hier net opgeruimd en ik vind het vervelend als er dan meteen weer lego op de grond ligt.’


‘Ik vind het vervelend dat je te laat thuis bent gekomen. Ik was hierdoor erg ongerust.’

Slide 16 - Diapositive

Een voorbeeld van jij-taal:
 
‘Jij gooit ook altijd lego op de grond als ik net heb opgeruimd.’ Je merkt dat de toon aanvallender is en erg gericht op het afkeuren van het gedrag van de ander.

Slide 17 - Diapositive

Waarom is feedback geven belangrijk? 
Feedback geven is in verschillende opzichten erg belangrijk. (We gaan er hierbij van uit dat er op een ‘goede’ manier feedback wordt gegeven.) 
Voor de ontwikkeling van kinderen is het nodig dat zij feedback krijgen. 
Ze leren van ‘opbouwende’ feedback en krijgen van positieve feedback zelfvertrouwen. 
Het geven van feedback versterkt ook het positieve klimaat. Het geeft de kinderen een gevoel van veiligheid. 
Ze weten dat jij als begeleider een oogje in het zeil houdt en de grenzen bewaakt.

Slide 18 - Diapositive

 Ook in het samenwerken met collega’s speelt het geven van feedback een grote rol. 
Dit komt de kwaliteit ten goede. Geef collega’s regelmatig feedback. Minstens zo belangrijk is het echter om feedback ook goed te ontvangen. 
Neem de feedback serieus en probeer je niet aangevallen te voelen. Iedere professional heeft tenslotte leerpunten en behoefte aan goede feedback.

Slide 19 - Diapositive

Begreep je de lesstof?
A
Ja, ik kan nu zelfstandig verder
B
Nee, niet helemaal, maar ik kan verder
C
Ik snap er helemaal niets van!

Slide 20 - Quiz

Maak nu opdracht 30 BOOM en maak een plan om 3 mensen feedback te geven voor de volgende keer 

Slide 21 - Diapositive

Deel 2
- Opdracht vorige keer bespreken bespreken 
- Filmpje:  https://vimeo.com/422146943 
- plan om 3 mensen feedback te geven  

Slide 22 - Diapositive