Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Programma
terugblik koolhydraten
uitleg vetten
weektaak/mogelijkheid tot inzage practicum
Slide 1 - Diapositive
Geef de structuurformule van het disacharide wat ontstaat uit d-glucose (α-cycloformule in binas) en d-galactose.
Slide 2 - Question ouverte
vetten
Slide 3 - Diapositive
Opbouw vetten
Slide 4 - Diapositive
Bij ieder vet is dit hetzelfde.
Deze lange rijen zijn anders zodat je verschillende soorten vetten en oliën krijgt.
Slide 5 - Diapositive
De 'kapstok' van het vet is glycerol
Wat is de systematische naam van glycerol?
Slide 6 - Diapositive
Wat is de systematische naam van glycerol?
Slide 7 - Question ouverte
De 'kapstok' van het vet is glycerol
Wat is de systematische naam van glycerol?
propaan-1,2,3-triol
(zie ook binas T66A)
Slide 8 - Diapositive
De 'jassen' zijn vetzuren
vetzuren vindt je in binas T67 G2
Slide 9 - Diapositive
Vetten zijn drievoudige esters
Slide 10 - Diapositive
Vorming vetten
De vorming van een vet is dus een condensatiereactie! Er wordt (net als bij het vormen van een ester) water afgesplitst.
zie binas T67G1
Slide 11 - Diapositive
Verkorte notatie vetzuren
volledige notatie vetzuren
binas T67G2
stearinezuur
palmitinezuur
Slide 12 - Diapositive
Verkorte notatie vetzuren
volledige notatie vetzuren
binas T67G2
stearinezuur
palmitinezuur
C17H35COOH
(molecuulformule)
C15H31COOH
(molecuulformule)
Slide 13 - Diapositive
Teken de structuurformule van het vet wat drie eenheden palmitinezuur als vetzuren heeft (gebruik de verkorte notatie voor de vetzuren)
Slide 14 - Question ouverte
Antwoord
Slide 15 - Diapositive
Programma
Vervolg vetten
Bijwerken opgaven/ inkijken practicum
Slide 16 - Diapositive
Vorming van vetten: Binas 67G1
Binas 67G2
glycerol + vetzuren
vet (triglyceride) + water
Slide 17 - Diapositive
Verzadigd/onverzadigd
Zie binas T67G2
Slide 18 - Diapositive
Verzadigde en onverzadigde vetten op microniveau
Dubbele C=C bindingen zorgen voor 'knikken' in het molecuul. Daardoor zijn de moleculen niet stapelbaar --> zwakkere vanderwaalsbinding, waardoor het smeltpunt lager ligt