Examenonderwerp Reageren op prikkels

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Welkom klas 4

Ben jij klaar voor de les?

- jas uit, tas op de grond..
- bundel BIO, aantekeningenschrift, etui ...

- oordoppen in je tas..

- kauwgom/snoep in de prullenbak...

Domein D:Reageren op prikkels

Deze les leer je...

* Wat gedrag is

* Wat een prikkel en een impuls is

* Wat er bij het centrale zenuwstelsel hoort

* Hoe de zenuwen werken
* Wat een reflex is.

Elk organisme( bacteriën, schimmels, planten en dieren) kan prikkels waarnemen.

1. waar
2. niet waar

Prikkels en impulsen

Prikkels

Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels

- Uitwendige prikkels 

Bewuste reactie

Reflex

Reflexen

Reflex = Een onwillekeurige (automatische) reactie van spieren op een prikkel om je lichaam te beschermen.

Voorbeeld:

Pupilreflex

Bij een reflex

1. moet je goed nadenken
2. denk je pas na een reactie
3. reageer je nadat je hebt nagedacht

Impulsen

Impulsen = een elektrisch signaal dat door de zenuwen en het ruggenmerg naar de hersenen gaat.

Wat zijn impulsen?

1. Invloed van buitenaf
2. Prikkel
3. Elektrisch signaal
4. Een stofje in je lichaam

Onthouden

1. Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op en zetten de prikkel om in een impuls. 
2. Een impuls is een elektrisch stroompje dat 
3. door zenuwen gaat van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

elektrische signaaltjes

informatie uit de omgeving

1. prikkels  2.impulsen 

zenuwceluitlopers die impulsen door kunnen geven 

hersenen

Prikkels zijn....

Impulsen zijn..

Zintuigen zetten ...... om in ........

Zenuwen zijn bundels van lange......

Impulsen gaan via zenuwen naar je ........ .

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Het centraal zenuwstelsel

Het centraal zenuwstelsel bestaat uit:

- grote hersenen
- kleine hersenen

- hersenstam

- ruggenmerg

Het perifere zenuwstelsel bestaat 
uit de zenuwen.

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?

1. Zenuwstelsel
2. Hersenstelsel
3. Centraal zenuwstelsel
4. perifeer zenuwstelsel

Grote hersenen

Hersenstam

Kleine hersenen

Ruggenmerg

In welke volgorde gaat waarnemen?

1. impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
2. prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
3. impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
4. prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

De grote hersenen

De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.

Bewust gedrag wordt vanuit de grote hersenen gestuurd.

De kleine hersenen

De kleine hersenen coördineren (= regelen) bewegingen, het evenwicht en de spraak (= praten).

De hersenstam

De hersenstam is de verbinding tussen de grote hersenen en het ruggenmerg.

De hersenstam regelt o.a.:

• de bloeddruk
• de hartslag
• de ademhaling

De zenuwcel

De zenuwcel vangt impulsen op en geeft die door aan delen van het centraal zenuwstelsel.

Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam.

Hierin zit de celkern.

De zenuwcel heeft korte uitlopers en één lange uitloper.

Hoe maakt een zenuwcel contact met een andere zenuwcel?

1. er springt een stroompje over
2. ze zitten aan elkaar vast met tentakels
3. er gaan stoffen van de ene naar de andere
4. de zenuwcel neemt boodschappen ui zijn celkern op

spiercel

zenuwcel

huidcel

Drie soorten zenuwcellen (KB)

1. bewegingszenuwcel (motorische)

2. gevoelszenuwcel (sensorische)

3. schakelzenuwcel

soorten zenuwcellen

sensorische zenuwcel

motorische zenuwcel

schakelcel

Oefenen

Oefen de examenvragen bij de onderwerpen:

• Zenuwstelsel
• Hormonen

Nog meer oefenen

Bekijk het filmpje over de werking van het zenuwstelsel
(https://schooltv.nl/video/bio-bits-afl-9-zenuwstelsel/)

Heb jij een les gemist?

Bekijk dan de herhaling via het filmpje.

Kopieer de link: https://biologiepagina.nl/34mavo/Waarnemen/video.htm

Zijn er nog vragen????

Bedankt voor jouw aandacht en tot de volgende les!!!

Je ziet een bonbon.
Leg uit hoe de prikkel wordt verwerkt tot en met het moment
dat je de bonbon pakt.