H5 wk 38 les 2 stijlfouten 1

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Klaar voor de start:
   -boek, pen, schrift
   -jas uit, tas op de grond
   -telefoon uit, in de tas

Slide 1 - Diapositive

Vooraf: 
Toetsstof:
     par. 12.3
     H13 (spelling)
     H14 (leestekens)
     H16 (stijlkwesties op woord- en zinsniveau)
Oefenen: Talent H6 (jaarkatern)
                     'Versterk jezelf'
                      Cambiumned.nl

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Stijlfiguren/stijlfouten
D-toets, 14 zinnen

Slide 3 - Diapositive

Deze les
Stijlfouten les 1: woord te veel, woord te weinig, dubbele ontkenning, contaminatie, verkeerde volgorde, congruentiefout

Slide 4 - Diapositive

Lesdoel
Je kunt, na uitleg per stijlfout, de stijlfout herkennen en verbeteren in een zin

Slide 5 - Diapositive

De opdracht (toets):
1. Wijs de stijlfout/formuleerfout aan
2. Verbeter de fout

Slide 6 - Diapositive

Nu:
Theorie (kort en niet volledig)
Oefenen
Let op: je hoeft niet te weten hoe de stijlfout heet, je moet hem herkennen en verbeteren

Slide 7 - Diapositive

Tautologie en pleonasme
Er staat een woord te veel:
De ronde bal
Opnieuw beginnen
Uitstellen tot later
Weer hervatten

Slide 8 - Diapositive


Er bleken al vanaf de eerste introductie problemen te zijn met de Mercedes A100.

Slide 9 - Question ouverte

Behalve directeur is hij tevens ook boekhouder.

Slide 10 - Question ouverte

Storende woordherhaling
Ik heb er geen tijd voor en ook geen zin in ook
Op zo'n partij zou ik niet op willen stemmen, hoor!

Slide 11 - Diapositive

Ik denk dat als hij dit eerder had geweten, dat hij er nooit aan zou zijn begonnen.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Woord te weinig, telegramstijl
Ga maar eens naar de balie, of er nog kamers zijn
Wij twijfelen of hij woord gaat houden
Vanochtend vroeg opgestaan, moest nog Frans leren

Slide 14 - Diapositive

Ik kon hem overtuigen dat het geen goede aankoop zou zijn.

Slide 15 - Question ouverte

Dubbele ontkenning
Ik heb nooit geen zin in grammaticalessen
Hij wil voorkomen dat er geen lessen uitvallen

Slide 16 - Diapositive

Thea heeft nooit geen les verzuimd.

Slide 17 - Question ouverte

Contaminatie
Dat klopt als een bus
Wil jij dat voor mij uitprinten?
Zoiets kost helemaal niet duur
Hij irriteert zich aan taalfouten

Slide 18 - Diapositive

De telefoon is echt prachtig, maar het kost echt veel te duur.

Slide 19 - Question ouverte

De verkeerde volgorde 
Alle leraren vulden de formulieren niet goed in.
De auto reed tegen een boom, waarin drie dames zaten
Een paar mensen hebben de afgelopen tijd de maan maar van dichtbij gezien

Slide 20 - Diapositive

Elk ouderpaar is niet zonder meer geschikt een kind te adopteren.

Slide 21 - Question ouverte

Congruentiefout
De media speelt hierin een belangrijke rol
De dames en heren worden verzocht hier niet te roken

Slide 22 - Diapositive

Vanavond komt Sint en zijn knecht.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

de kudde koeien
A
de
B
kudde
C
koeien

Slide 24 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
De kudde koeien staan in de wei
B
De kudde koeien staat in de wei

Slide 25 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

drie pakken rijst
A
drie
B
pakken
C
rijst

Slide 26 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Er stonden nog drie pakken rijst in de voorraadkamer
B
Er stond nog drie pakken rijst in de voorraadkamer

Slide 27 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een partij sportschoenen
A
een
B
partij
C
sportschoenen

Slide 28 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een partij sportschoenen spoelde aan op het strand
B
Een partij sportschoenen spoelden aan op het strand

Slide 29 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

een groep wielrenners
A
een
B
groep
C
wielrenners

Slide 30 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een groep wielrenners viel vlak voor de finish
B
Een groep wielrenners vielen vlak voor de finish

Slide 31 - Quiz

Wat is het onderwerp in:

Men zien/ziet door de bomen het bos niet meer
A
Men
B
zien/ziet
C
door de bomen
D
het bos

Slide 32 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Men zien door de bomen het bos niet meer
B
Men ziet door de bomen het bos niet meer

Slide 33 - Quiz

Wat is het belangrijkste woord in het onderwerp:

twintigduizend mensen
A
twintigduizend
B
mensen

Slide 34 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 35 - Quiz

Nu van alles door elkaar ...

Slide 36 - Diapositive

De maatregelen moeten voorkomen dat er geen doden vallen.
Welke stijlfout herken je?
A
Contaminatie
B
Woord op de verkeerde plaats
C
Dubbele ontkenning
D
Woord te weinig

Slide 37 - Quiz

Het is misschien een klein detail, maar ik wil dat je er rekening mee houdt.
Welke stijlfout herken je?
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Dubbele ontkenning
D
Congruentiefout

Slide 38 - Quiz

Tegen hatelijke opmerkingen kan hij, zeker als ze van zijn meerderen komen, absoluut niet tegen.

Welke stijlfout herken je?
A
Storende woordherhaling
B
Dubbele ontkenning
C
Contaminatie
D
Woord te weinig

Slide 39 - Quiz

Je moet niet zoveel hooi op je kerfstok nemen.
Welke stijlfout herken je?
A
Congruentiefout
B
Contaminatie
C
Tautologie
D
Pleonasme

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive


Slide 43 - Question ouverte


Slide 44 - Question ouverte


A

Slide 45 - Quiz


A

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Carte mentale

Slide 48 - Carte mentale