4. 30.01 .23 10-1 los ojos y el pelo

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Israe

Yusuf

CORRIGEER DE ZINNEN

Soy pelo largo.                            =      ik ben lang haar

Sara tengo los ojos verdes         = Sara ik heb groene ogen

Ella es listo                                  = Zij is een slimme man

Eva tiene alto                             = Eva heeft groot

El profe tiene largo pelo             = de docent heeft haar lang

La leche es blanco                      = de melk is wit(to)

                          telefoon 

bereid je voor:

1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla

2. heb je schrift (libreta) klaar

3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.

4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister

aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Lesdoelen

aan het einde van deze les ben je in staat je ogen ern je haar te beschrijven

Offline werken

Israe+Aya

Yusuf+Nikita

Grace+Klara

Hamza+Adam

Iancu+Jimmy

Gift+Joshua+Zeest

numeros

lidwoorden

maanden

dingen (school)

commands

dieren

1. los ojos, met ik heb

2. los ojos: hij/zij heeft

3. el pelo, colores

4. el pelo lengte&style

5. Habla

tengo los ojos

avellana

tengo

tengo

tengo

ogen: werkwoord tener + los ojos + kleur

hebben de ogen groen

ik heb	tengo
jij hebt	tienes
hij/zij heeft	tiene
wij hebben	tenemos
julllie hebben	tenéis
zij hebben	tienen

      +

los ojos

verdes

azules

marrones

negros

¿De qué color son tus ojos?

¿de qué color tienes los ojos?

Escucha y escribe la letra correcta. (1 – 5)

1. los ojos, met ik heb

2. los ojos: hij/zij heeft

3. el pelo, colores

4. el pelo lengte&style

5. Habla

pregunta

Jij hebt = heb je?

¿De qué color tienes los ojos?

¿de qué color tiene los ojos la profe?

respuesta

(yo) Tengo los ojos negros

(ella) Tiene los ojos verdes oscuro (donker)

ogen: werkwoord tener + los ojos + kleur

hebben de ogen groen

ik heb	tengo
jij hebt	tienes
hij/zij heeft	tiene
wij hebben	tenemos
julllie hebben	tenéis
zij hebben	tienen

      +

los ojos

verdes

azules

marrones

negros

10-2

10-1

1. los ojos, met ik heb

2. los ojos: hij/zij heeft

3. el pelo, colores

4. el pelo lengte&style

5. Habla

1. los ojos, met ik heb

2. los ojos: hij/zij heeft

3. el pelo, colores

4. el pelo lengte&style

5. Habla

medio /

media melena

stijl)

1. los ojos, met ik heb

2. los ojos: hij/zij heeft

3. el pelo, colores

4. el pelo lengte&style

5. Habla

pausa

1. Habla, game 1:  wie is het - live

TIENE = 4 rondes

2. Opdracht afmaken

3. Quién es quién, wie ben ik? 

4. EXIT TICKET: beschrijf jezelf (tengo)

 

Round 1 (2x) 2 lln tegen met de klas

1. Denk aan een leerling, geef het in een stuk papier aan de 

2. beantwoord ja of nee vragen, je kiest wie mag beantwoorden. Leerlingen die namen uitroepen worden voor de ronde met een opdracht naar buiten gestuurd. 

3. Luister goed aan elkaar, lln zitten die de beschrijving niet overeenkomen 

Lesdoelen

aan het einde van deze les ben je in staat je ogen en je haar te beschrijven

Offline werken

Tips en tops?

Fin de la clase...

• ¿tienes reguntas?

recoge los cuadernos y las libretas. Ordena la silla y la mesa. 

Volgende les?

EXIT TICKET:

Descríbete

a. tengo los ojos

b. tengo el pelo (color, lengte, estilo)