Examenvragen hofcultuur (2022-tv2)

Examenvragen hofcultuur
2022 - tv 2
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Examenvragen hofcultuur
2022 - tv 2

Slide 1 - Diapositive

Examenvraag 1
In de zestiende eeuw bestond er in Italie een culturele bloeiperiode, de renaissance. Deze periode van bloei ontstond onder andere door de opkomst van een groep nieuwe rijken zoals kooplieden en bankiers. Naast de vorsten en geestelijken kreeg deze groep meer politieke invloed en zeggenschap, mede vanwege hun financiele middelen.
Kunstenaars profiteerden van deze culturele bloeiperiode in de zestiende eeuw.

(2p) Noem twee manieren waarop kunstenaars hiervan profiteerden. 

Slide 2 - Diapositive

ANTW examenvraag 1
 maximumscore 2
Kunstenaars profiteerden hiervan, doordat (twee van de volgende):
 ze meer/vaker opdrachten kregen.
 ze bescherming van de (nieuwe) rijken verkregen (mecenaat) / ze een
(regelmatig) inkomen / werkruimte verkregen (en daarmee een stabiele
positie).
 ze hoge(re) bedragen konden vragen voor hun werk (door
opdrachtgevers tegen elkaar uit te spelen).
 ze de mogelijkheid kregen zich (intellectueel) verder te ontwikkelen.
per juist antwoord 1

Slide 3 - Diapositive

Examenvraag 2
Op afbeelding 1 (volgende slide) zie je het schilderij Portret van Alessandro de  Medici van de Italiaan Jacopa da Pontormo uit 1535. Hij maakte dit werk in opdracht van Alessandro de' Medici, hertog van Florence. 
Nieuwe rijken zoals Alessandro hadden verschillende redenen om een werk in opdracht te laten maken.

(3p) Geef drie redenen waarom de nieuwe rijken werk in opdracht lieten maken.

Slide 4 - Diapositive

 Portret van Alessandro de' Medici

Slide 5 - Diapositive

ANTW examenvraag 2
2 maximumscore 3
De nieuwe rijken lieten werk in opdracht maken, omdat (drie van de
volgende):
 ze op die manier hun nieuwe status konden tonen.
 ze daarmee duidelijk maakten dat ze het geld hadden om zich een
opdracht te kunnen permitteren.
 ze daarmee duidelijk maakten dat ze erbij hoorden / tot de
elite/(nieuwe) rijken behoorden.
 ze op die manier een collectie konden opbouwen / hun goede smaak
konden tonen.
 ze op die manier konden laten zien dat ze belezen (erudiet) waren.
 ze zich op die manier konden vereeuwigen voor het nageslacht (of
voor werknemers).
 ze daarmee een historisch belangrijk moment konden vastleggen.
per juist antwoord 1 

Slide 6 - Diapositive

Examenvraag 3
Pontormo was in de leer geweest bij verschillende meesterschilders, net als andere kunstenaars van zijn tijd. Dit staat beschreven in het boek Le Vite (De levens) van Giorgio Vasari uit 1550. In tekst 1 lees je hier meer over. 
Volgens Vasari moest een beeldend kunstenaar in de renaissance niet alleen beschikken over theoretische kennis, maar ook technische aspecten zoals stofuitdrukking praktisch kunnen toepassen. 
- Beschrijf over welke theoretische kennis een beeldend kunstenaar in de renaissance moest beschikken.
- Noem daarna nog een technisch aspect dat een beeldend kunstenaar juist in de renaissance praktisch moest kunnen toepassen.

Slide 7 - Diapositive

Tekst 1
Vasari (1511-1574)
Vasari zag zijn boek als een betoog voor goede kunst. Hij gebruikte de termen stijl (maniera), idee (invenzione) en ontwerp/schilderij/beeld (disegno) om kunst te duiden. Vasari vond het ontwerp/schilderij/beeld (disegno) zo belangrijk, omdat een kunstenaar dan liet zien dat hij zowel het vakmanschap beheerste om het ontwerp/schilderij/beeld te maken, als de intellectuele capaciteiten bezat om een origineel ontwerp te bedenken waarmee voorgaande meesters werden overtroffen. Zo vergeleek Vasari het maken van kunst met de ultieme Maker van de wereld: God. 
Vasari's boek wordt beschouwd als een van de eerste kunsthistorische overzichtswerken.

Slide 8 - Diapositive

ANTW examenvraag 3
3 maximumscore 2
De antwoorden moeten de volgende strekking hebben:
• (theoretische kennis) De kunstenaar moest kennis hebben van
(kunst)theoretische boeken/traktaten (bijvoorbeeld over materiaal
(verfpigmenten) en techniek) / van de kunst uit de klassieke oudheid /
van kunstwerken van andere grote meesters /
van bepaalde (schilder)tradities 1
• (technisch aspect) De kunstenaar moest proportieleer / perspectief /
gezichtsuitdrukkingen / anatomie kunnen toepassen 

Slide 9 - Diapositive

Examenvraag 4
Vasari beschrijft in Le Vite de technische aspecten van het schildersvak en ook hoe goed bepaalde schilders hierin waren volgens hem.
Het schilderen van plooival was een belangrijk onderdeel van het vak. Dat is te zien op Pontormo's Visitatie (de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth) uit 1528 op afbeelding 2.

Pontormo creeerde (ruimtelijke) effecten met zijn weergaven van plooival. 

(1p) Beschrijf een (ruimtelijk) effect dat Pontormo creeerde met zijn weergave van plooival op afbeelding 2. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

ANTW examenvraag 4
4 maximumscore 1
Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
De vorm van het lichaam is zichtbaar (door de weergave in licht en
schaduwpartijen) (plasticiteit) / wordt benadrukt door de soepelvallende
stof en/of er wordt beweging gesuggereerd en/of de stof lijkt soepel te
vallen / te wapperen rondom de ledematen alsof deze in beweging zijn. 

Slide 12 - Diapositive

Examenvraag 5
De Visitatie is een Bijbels verhaal waarin Maria, die zwanger is van Jezus, bij haar nicht Elisabeth op bezoek gaat. Elisabeth is zwanger van Johannes de Doper (die beschouwd wordt als leraar van Jezus en Jezus zal dopen).
Pontormo heeft in zijn werk op afbeelding 2 (volgende slide) behalve Maria en Elsabeth nog twee andere vrouwen afgebeeld. Men vermoedt dat het de bediendes van Maria en Elisabeth zijn. Toch herken je Maria en Elisabeth als de hoofdfiguren in de voorstelling.

Geef twee voorbeelden uit de voorstelling op afbeelding 2 waaraan je kunt zien dat Maria EN Elisabeth de hoofdfiguren zijn.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

ANTW examenvraag 5
5 maximumscore 2
twee van de volgende:
 Maria en Elisabeth pakken elkaar vast (daardoor zijn zij te herkennen
als de hoofdfiguren in de voorstelling).
 Maria en Elisabeth kijken elkaar aan (daardoor zijn zij te herkennen als
de hoofdfiguren in de voorstelling).
 Maria en Elisabeth hebben aureolen / goudkleurige cirkels om hun
hoofden, waaruit blijkt dat ze heiligen zijn (daardoor zijn zij te
herkennen als de hoofdfiguren in de voorstelling).
 Maria en Elisabeth staan voor de andere twee vrouwen (daardoor zijn
zij te herkennen als de hoofdfiguren in de voorstelling).
per juist antwoord 1 

Slide 15 - Diapositive

Examenvraag 6
Het schilderij op afbeelding 2 (volgende slide) is gemaakt als altaarstuk in een kerk. Het is mogelijk dat de opdrachtgeven of (leden van) zijn familie zich identificeerde met de vrouwen in dit verhaal. Pontormo ontwierp het geheel zo dat ook de beschouwer zich met de vrouwen in het schilderij kan identificeren. 

Pontormo richt de aandacht van de beschouwer op de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth door middel van de vormgeving, bijvoorbeeld door de heldere, lichte kleuren van de kleding. Hierdoor lijken beide vrouwen uitgelicht (en wordt de aandacht van de beschouwer op beide vrouwen gericht). 
(3p) Beschrijf nog drie manieren waarom Pontormo door middel van de VORMGEVING de aandacht van de beschouwer op Maria en Elisabeth gericht.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

ANTW examenvraag 6
6 maximumscore 3
drie van de volgende:
 (ruimte) De vrouwen nemen het grootste vlak in beslag / staan op de
voorgrond / overlappen de andere vrouwen (en dat richt de aandacht
van de beschouwer op Maria en Elisabeth).
 (compositie) De horizontale lijnen van de armen van Maria en
Elisabeth zijn in contrast met de overwegend verticale lijnvoering (en
daardoor wordt de aandacht van de beschouwer op de beide vrouwen
gericht).
 (compositie) De hoofden van Maria en Elisabeth zijn en profil
afgebeeld, zodat het lijkt alsof Maria en Elisabeth samen praten, wat
de aandacht trekt (in tegenstelling tot de hoofden van de bediendes,
die frontaal zijn afgebeeld).

 (vorm) De kleding is geschilderd met de suggestie van beweging, alsof
er net bewogen is / alsof de voet van Elisabeth beweegt (en dat richt
de aandacht van de beschouwer op de beide vrouwen).
 (licht) Het licht valt vanaf de voorkant op Maria en Elisabeth
(linksvoor). / Er is licht op de voorgrond en niet op de achtergrond,
daardoor lijken beide vrouwen uitgelicht (en wordt de aandacht van de
beschouwer op beide vrouwen gericht).
 (compositie) Het is een centrale compositie (en daarmee wordt de
aandacht van de beschouwer op de beide vrouwen gericht).
per juist antwoord 1

Slide 18 - Diapositive

Examenvraag 7
Lees de tekst

In de zestiende eeuw veranderde de status van de schilder van ambachtsman naar kunstenaar. Vasari droeg met Le Vite bij aan deze emancipatie van de kunstenaar.

(1p) Leg dit uit aan de hand van tekst 1.

Slide 19 - Diapositive

Tekst 1
Vasari (1511-1574)
Vasari zag zijn boek als een betoog voor goede kunst. Hij gebruikte de termen stijl (maniera), idee (invenzione) en ontwerp/schilderij/beeld (disegno) om kunst te duiden. Vasari vond het ontwerp/schilderij/beeld (disegno) zo belangrijk, omdat een kunstenaar dan liet zien dat hij zowel het vakmanschap beheerste om het ontwerp/schilderij/beeld te maken, als de intellectuele capaciteiten bezat om een origineel ontwerp te bedenken waarmee voorgaande meesters werden overtroffen. Zo vergeleek Vasari het maken van kunst met de ultieme Maker van de wereld: God. 
Vasari's boek wordt beschouwd als een van de eerste kunsthistorische overzichtswerken.

Slide 20 - Diapositive

ANTW examenvraag 7
7 maximumscore 1
Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
Vasari schreef in Le Vite niet alleen over het vakmanschap / ambacht van
de kunstenaar, maar ook over de intellectuele capaciteiten / de
vaktheoretische kennis waarover een kunstenaar moest beschikken.
Hierdoor was de kunstenaar niet langer alleen een ambachtsman, maar
was hij te zien als een geleerde, ontwikkelde persoon en/of uitvinder of
schepper (zoals God). 

Slide 21 - Diapositive

Examenvraag 8
De Amerikaanse kunstenaar Bill Viola maakte in 1995 zijn video- en geluidsinstallatie The Greeting (de ontmoeting), die hij voor een groot deel baseerde op de Visitatie van Pontormo ui 1528. De installatie wordt doorgaans groter dan levensecht in een donkere ruimte geprojecteerd. Viola heeft geprobeerd de essentie van Pontormo's schilderij weer te geven in The Greetin
Je zou kunnen stellen dat Viola special effects gebruikt om het bijzondere van de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth te benadrukken. 

(2p) Noem twee special effects en geef steeds aan op welke manier Viola die gebruikt om het bijzondere van de ontmoeting te benadrukken.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

ANTW examenvraag 8
maximumscore 2
De antwoorden moeten de volgende strekking hebben (twee van de
volgende):
 Viola gebruikt slow motion, waardoor elke beweging en/of emotie
aandacht krijgt en de focus op de ontmoeting ligt / en de ontmoeting
centraal staat.
 Viola gebruikt een windmachine, waardoor de kleding van Elisabeth en
Maria wappert en de focus op de ontmoeting ligt.
 Viola gebruikt een continu hoorbaar geluid(s-effect) van wind (ruis) /
vervormde stemmen, waardoor een mysterieuze / spirituele sfeer lijkt
te ontstaan en de ontmoeting tussen de twee heilige vrouwen wordt
benadrukt.
per juist antwoord 1
Opmerking
Alleen als een special effect met toelichting juist is, 1 scorepunt
toekennen. 

Slide 25 - Diapositive