Grammatica

Grammatica
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Weekplanning
Maandag inleveren interview vragen en starten met grammatica
woensdag grammatica lijdend voorwerp
vrijdag: quiz?

Slide 2 - Diapositive

Thema D
Vandaag inleveren vragen interview voor Feedback
Na de vakantie inleveren uitgewerkt interview in word
Minimaal 10 vragen en een slotvraag
Wanneer inleveren maandag 8 mei

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat voorzetsels zijn
  • Je kunt uitleggen welke voorzetsels er zijn
  • Je kunt voorzetsels op een goede manier gebruiken

Slide 4 - Diapositive

Lesson up
Start je laptop op
Ga naar lessonup. app
Vul de code in

Slide 5 - Diapositive

Welke voorzetsels ken je?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Een voorzetsel is een klein woord.
Het staat voor of achter een woordgroep waar het bij hoort.
Hij liep in de tuin


Hij liep de tuin in
woordgroep
voorzetsel
woordgroep
voorzetsel

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

een plaats
een tijd
een richting
een middel
een doel
tot
na
over
op
bij
in
te
naar
langs
in
met
om

Slide 10 - Diapositive

Draai de spinner en maak een zin met het voorzetsel dat wordt getoond.

Slide 11 - Diapositive


Welk voorzetsel ontbreekt?
Hij woont ... de kerk

A
in
B
op
C
over
D
naast

Slide 12 - Quiz


Welk voorzetsel ontbreekt?
De auto rijdt ... de straat

A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen

Slide 13 - Quiz


Wat is het voorzetsel in de volgende zin:
De trein uit Amsterdam komt om vier uur aan.
A
uit
B
aan
C
uit, om
D
om, aan

Slide 14 - Quiz

Ik ren naar beneden
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 15 - Question de remorquage

Ik loop vaak in de stad
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 16 - Question de remorquage

We kijken samen naar voetbal op de televisie
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 17 - Question de remorquage

[...1...] de stad is een gracht. 
Je moet [...2...] de brug om aan de andere kant te komen. 
[...3...] de brug slapen wel eens mensen die geen huis hebben. Vooral [...4...] de zomermaanden. 
Vaak zijn dat toeristen [...2...] andere landen.
Sleep de voorzetsels naar de 
juiste plek in het verhaal.
rond
in
uit
onder
voor
over
bij
na
op
om

Slide 18 - Question de remorquage

aan de slag
Ga naar Nieuw Nederlands
Ga naar Cursus 5
Kies paragraaf 7 voorzetsel
maak oefening 1  t/m 5

Slide 19 - Diapositive

Terugkijken
  • Je kunt uitleggen wat voorzetsels zijn
  • Je kunt uitleggen welke voorzetsels er zijn
  • Je kunt voorzetsels op een goede manier gebruiken

Slide 20 - Diapositive