Irritaties
1 / 15
La durée de la leçon est: 25 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat vind jij irritant?
Slide 2 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen boos zijn en geïrriteerd zijn?
Slide 3 - Question ouverte
De ketting van je fiets gaat eraf.
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 4 - Quiz
Je moeder is vergeten brood in je tas te doen.
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 5 - Quiz
Je docent heeft nog steeds je toets niet nagekeken.
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 6 - Quiz
Je spullen in de douche laten vallen
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 7 - Quiz
De zon schijnt precies in je gezicht
A
Irritatie door jezelf
Slide 8 - Quiz
De zon schijnt precies in je gezicht
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
C
Dat vind ik niet irritant
Slide 9 - Quiz
Een klasgenoot tikt de hele tijd met zijn klompen op de grond
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 10 - Quiz
Een klasgenoot tikt tegen je hoofd als hij/zij langsloopt.
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 11 - Quiz
Je fietssleutel kwijt zijn.
A
Irritatie door jezelf
B
Irritatie door een ander
Slide 12 - Quiz
Wat is het gevolg van een irritatie?
Slide 13 - Question ouverte
Wat kan je doen als je zelf geïrriteerd bent?
Slide 14 - Question ouverte
Wat kan je doen als een ander geïrriteerd is?
