week 1 les 5
bloeden
t.t. ik.......
t.t. ik.......
1 / 15
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
bloeden
t.t. ik.......
t.t. ik.......
Slide 1 - Question ouverte
bloeden
t.t. ......jij?
t.t. ......jij?
Slide 2 - Question ouverte
bloeden
t.t.Joris........
t.t.Joris........
Slide 3 - Question ouverte
verbinden
t.t. ik..........
t.t. ik..........
Slide 4 - Question ouverte
verbinden
t.t. ..........jij?
t.t. ..........jij?
Slide 5 - Question ouverte
verbinden
t.t. Joris..........
t.t. Joris..........
Slide 6 - Question ouverte
worden
t.t. ik.......
t.t. ik.......
Slide 7 - Question ouverte
worden
t.t. ......jij?
t.t. ......jij?
Slide 8 - Question ouverte
worden
t.t. Joris......
t.t. Joris......
Slide 9 - Question ouverte
zweven
t.t. Hij...........tussen hoop en vrees.
t.t. Hij...........tussen hoop en vrees.
Slide 10 - Question ouverte
branden
t.t. Straks............je je vinger nog.
t.t. Straks............je je vinger nog.
Slide 11 - Question ouverte
hechten
v.t. Hij..............er veel waarde aan.
v.t. Hij..............er veel waarde aan.
Slide 12 - Question ouverte
mislukken
v.t. Heel vaak...........de oogst.
v.t. Heel vaak...........de oogst.
Slide 13 - Question ouverte
juichen
Hij heeft.............van vreugde.
Hij heeft.............van vreugde.
Slide 14 - Question ouverte
bieden
Op de veiling heeft mijn opa het hoogste bedrag.,...........
Op de veiling heeft mijn opa het hoogste bedrag.,...........
