week 4 les 1
ik verbreed
v.t. ik........
v.t. ik........
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
ik verbreed
v.t. ik........
v.t. ik........
Slide 1 - Question ouverte
ik verbreed
v.d. ik........
v.d. ik........
Slide 2 - Question ouverte
Mijn zus blaast de ballon op.
v.t. Mijn zus..........de ballon......
v.t. Mijn zus..........de ballon......
Slide 3 - Question ouverte
Mijn zus blaast de ballon op.
v.t. Mijn zus..........de ballon......
v.t. Mijn zus..........de ballon......
Slide 4 - Question ouverte
het hecht
v.t. het........
v.t. het........
Slide 5 - Question ouverte
het hecht
v.t. het........ (hulpww zijn)
v.t. het........ (hulpww zijn)
Slide 6 - Question ouverte
zij turven
v.t. zij........
v.t. zij........
Slide 7 - Question ouverte
zij turven
v.d. zij........
v.d. zij........
Slide 8 - Question ouverte
klutsen
t.t. Het keukenmeisje.........een paar eieren.
t.t. Het keukenmeisje.........een paar eieren.
Slide 9 - Question ouverte
breien
t.t. De herder..........., terwijl de schapen grazen.
t.t. De herder..........., terwijl de schapen grazen.
Slide 10 - Question ouverte
winden
v.t. Maria...........die kluwen slordig op.
v.t. Maria...........die kluwen slordig op.
Slide 11 - Question ouverte
lassen
v.t. ............de smid de ijzeren voorwerpen?
v.t. ............de smid de ijzeren voorwerpen?
Slide 12 - Question ouverte
vellen
Hij is door die zware griep........
Hij is door die zware griep........
Slide 13 - Question ouverte
vergissen
Ik heb me in die jongen ............
Ik heb me in die jongen ............
