3HV H1.2 Kiezen is verliezen

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H1.2  Kiezen is verliezen

Programma

Terugblik paragraaf 1.1

Uitleg paragraaf 1.2

Zelfstandig werken

Lesdoelen

Wat is een budgetlijn?

Wat is een begroting?

Wat zijn verschillende soorten uitgaven?

Terugblik vorige les

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?

1. Natuur
2. Werk
3. Arbeid
4. Kapitaal

Geef van elke productiefactor een voorbeeld...

Twee stellingen:
I. Schoon drinkwater is in Nederland een vrij goed.
II. Schaarse goederen hebben een hoge prijs.
Welke stelling(en) is/zijn juist?

1. beide stellingen zijn juist.
2. alleen stelling I is juist.
3. alleen stelling II is juist.
4. beide stellingen zijn onjuist.

Huiswerk controle

Op tafel:

boek en schrift

OF

laptop

Bespreken huiswerk vragen

• 5
• 7
• 10
• 13
• 15 

Vraag 5

Bijvoorbeeld: 

Een goed: eten op je bord

Een dienst: het brengen van het bord

BELANGRIJK! beide benoemen !

Vraag 7

• De windmolen wekt elektriciteit op, waarmee je de droger aan kan zetten. Dit is een voorbeeld van je was drogen met een schaars goed. Maar de was kan ook drogen door harde wind, dit is een vrij goed.
• BELANGRIJK! Zowel schaars goed en vrij goed benoemen.

Vraag 10 

Om schaarse goederen te produceren zijn productiefactoren nodig. Schaarse goederen kosten dus altijd geld. Jouw middelen zijn beperkt, je kunt niet alles kopen waar je zin in hebt.

Vraag 15

• Nee
• Drinkwater wordt geen schaars goed, maar moet geproduceerd worden en is dus ALTIJD een schaars goed, ook als het probleemloos in ruime mate aanwezig zou zijn.  

Vraag 13

• a: De staven geven het procentuele verschil t.o.v. een jaar eerder. In januari 2018 is de staaf hoger dan 0 (1,7%). In januari 2018 was de consumptie dus 1,7% hoger dan in 2017.
• b: Nee, de staaf is wel lager t.o.v. de vorige maand, maar de staven geven van (procentuele) verschil t.o.v. dezelfde maand een jaar eerder. Zolang de staven groter zijn dan 0, is er dus toch groei (t.o.v. een jaar eerder). 

Wat is een begroting?

Multi-inzetbaar

Alternatieve aanwendbaarheid = 

1 product op verschillende manieren gebruiken. 

Bijv.: maïs als biobrandstof of popcorn

Budgetlijn

Een budgetlijn geeft de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.

Oefenopdracht

• Je hebt een budget van €10,-
  
• Een hamburger kost €2,-
  
• Een flesje water €1,-
  
• Teken de budgetlijn (Zet de hamburgers op de verticale as) 
• GEBRUIK HET STAPPENPLAN

Antwoord

De prijs van een cd is gedaald. 

Als je alleen cd’s koopt, kun je meer cd’s kopen bij hetzelfde budget.

Bron 4

1. Wat is er veranderd?
   
2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
   
3. Wat is dus de oorzaak?
   

Bron 4

1. Wat is er veranderd?
   
2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
   
3. Wat is dus de oorzaak?

Antwoord

 De prijs van een dvd is gestegen, want je kunt met hetzelfde budget minder dvd’s kopen.

 

Bron 4

1. Wat is er veranderd?
   
2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
   
3. Wat is dus de oorzaak?

Antwoord

Het inkomen is gestegen, want je kunt nu zowel meer cd’s als dvd’s kopen.

Een begroting

Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven.

Verschillende soorten uitgaven

1. Vaste lasten : betaal je meestal 1x per maand of jaar (contributie)
2. Incidentele uitgaven: doe je maar zelden (auto)
3. Dagelijkse uitgaven : komen zeer vaak voor (boodschappen/uitgaan)

Incidentele uitgaven

Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven

Snoep

Abonnement mobieltje

Eenmalig extra belminuten

Abonnement tijdschrift

Kleding

Uitgaan

Tweedehands fiets

Opdracht: wie heeft meer inkomen per maand?
Bereken voor jezelf in STILTE!!
Britt krijgt € 5,- zakgeld per week
Kees krijgt € 20 zakgeld per maand.

1. Britt
2. Kees

Antwoord opdracht

Britt: 5 x 52 weken : 12 maanden = € 21,67 per maand. 

Kees: € 20,- per maand 

Britt krijgt dus €1,67 meer per maand.

Formules

• maand = week x 52 : 12
• week = maand x 12 : 52 

STAAN NIET IN JE BOEK 

Aan de slag....

• Maken paragraaf 1.2 
• Afmaken paragraaf 1.1