1.2 kiezen is verliezen

Goedemorgen 3A
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 36 min

Éléments de cette leçon

Goedemorgen 3A

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
- Vragen? (it's learning)                                              (5 min)
- Nakijkbladen?                                                               (           )
- vragen in het boek                                                     (5 min)
- Zelfstandig lezen 1.2 + maken opdrachten   (25 min)
- Wat hebben we geleerd?                                        (10 min)

Slide 3 - Diapositive

Vraag 5
Bijvoorbeeld: 
Een goed: eten op je bord
Een dienst: het brengen van het bord

BELANGRIJK! beide benoemen !

Slide 4 - Diapositive

Vraag 7
  • De windmolen wekt elektriciteit op, waarmee je de droger aan kan zetten. Dit is een voorbeeld van je was drogen met een schaars goed. Maar de was kan ook drogen door harde wind, dit is een vrij goed.
  • BELANGRIJK! Zowel schaars goed en het vrije goed benoemen.

Slide 5 - Diapositive

Vraag 15
  • Nee
  • Drinkwater wordt geen schaars goed, maar moet geproduceerd worden en is dus ALTIJD een schaars goed, ook als het probleemloos in ruime mate aanwezig zou zijn.  

Slide 6 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Paragraaf 1.2 werken aan de opdrachten
- zachtjes fluisteren mag
- muziek mag in
- ben je klaar? 
- probeer antwoord te geven op de vragen in It's learning
timer
25:00

Slide 7 - Diapositive

Multi-inzetbaar
Alternatieve aanwendbaarheid = 

1 product op verschillende manieren gebruiken. 

Bijv.: maïs als biobrandstof of popcorn

Slide 8 - Diapositive

Budgetlijn
Een budgetlijn geeft de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een bepaald budget.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Oefenopdracht
  • Je hebt een budget van €10,-
  • Een hamburger kost €2,-
  • Een flesje water €1,-
  • Teken de budgetlijn (Zet de hamburgers op de verticale as) 
  • GEBRUIK HET STAPPENPLAN

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 13 - Diapositive

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 14 - Diapositive

Bron 4
  1. Wat is er veranderd?
  2. Kan je minder of meer van dit product nu kopen?
  3. Wat is dus de oorzaak?

Slide 15 - Diapositive

Wat is een begroting?

Slide 16 - Carte mentale

Een begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven.

Slide 17 - Diapositive

Verschillende soorten uitgaven
  1. Vaste lasten : betaal je meestal 1x per maand of jaar (contributie)
  2. Incidentele uitgaven: doe je maar zelden (auto)
  3. Dagelijkse uitgaven : komen zeer vaak voor (boodschappen/uitgaan)

Slide 18 - Diapositive

Incidentele uitgaven
Vaste lasten

Dagelijkse uitgaven
Snoep
Abonnement mobieltje
Eenmalig extra belminuten
Abonnement tijdschrift
Kleding
Uitgaan
Tweedehands fiets

Slide 19 - Question de remorquage

Opdracht: wie heeft meer inkomen per maand?
Bereken voor jezelf in STILTE!!
Britt krijgt € 5,- zakgeld per week
Kees krijgt € 20 zakgeld per maand.

A
Britt
B
Kees

Slide 20 - Quiz

Antwoord opdracht
Britt: 5 x 52 weken : 12 maanden = € 21,67 per maand. 
Kees: € 20,- per maand 

Britt krijgt dus €1,67 meer per maand.

Slide 21 - Diapositive

Formules
  • maand = week x 52 : 12
  • week = maand x 12 : 52 

STAAN NIET IN JE BOEK 

Slide 22 - Diapositive

Testen kennis 1.1

Slide 23 - Diapositive

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive