Gesprekken voeren - gesprekstechnieken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

GESPREKKEN VOEREN

 Gesprekstechnieken

LESDOEL + PROGRAMMA

Aan het einde van de les:

• Ken je een aantal basis-gesprekstechnieken en
• kun je deze toepassen en herkennen in een gesprek. Deze kun je gebruiken tijdens een BPV-, klacht- of onderhandelingsgesprek

Goed gesprek = luisteren!

Zender - Boodschap - Ontvanger

Actief Luisteren 

Samenvatten - herhalen  [controle info + leiding nemen]

Doorvragen [herhalen, verduidelijken, doorvragen, stilte]

Hoe kun je laten merken
dat je actief luistert?

 ACTIEF LUISTEREN = BETROKKEN ZIJN

• Afsluiten voor andere dingen, de rust om te luisteren
• Lichaamstaal (zithouding, oogcontact, rust) 
• Knikje, 'mimiek'
• Luistergeluiden [hmhm]
• De ander laten uitpraten
• Samenvatten / doorvragen

SOORTEN VRAGEN

• Open vragen 
• Gesloten vragen
• Reflecterende vragen
• Suggestieve vragen
• Indirecte vragen
• Directe vragen 

SOORTEN VRAGEN

Open vragen                               (Wat heb je gisteren gedaan?)
Gesloten vragen                        (Heb je een computer bij je

Reflecterende vragen             (Hoe heb je je de afgelopen periode                                                                                       gevoeld?)

Suggestieve vragen                (Waarom was je vanochtend te                                                                                                  laat?)

Indirecte vragen                       (Ik zou willen weten of je mee gaat)
Directe vragen                           (Ben je blij met je studiekeuze?)

Reflecteren - Reflecteren betekent dat je nadenkt over je eigen ervaringen en gedrag. 

Gesprekstechnieken:

Laat OMA Thuis: Oordelen, Meningen, Aannames
LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
OEN: Wees Open, Eerlijk, Nieuwsgierig
NIVEA: Niet invullen voor een ander

De Roos van Leary

Betrekking op relatie   –
en eigen belang    | 

Bereid in tweetallen een BPV-,  klacht- of onderhandelingsgesprek 

Laat een ander tweetal meeluisteren en aantekeningen maken.

TERUGBLIK

Communicatie 
zender -[boodschap]- ontvanger

Ingrediënten voor goede communicatie

 LSD: luisteren, samenvatten, doorvragen

 Houding (lichaamstaal)
 Nivea

COMMUNICATIE - Opdracht

Maak een groepje van 4

• 2 personen observeren
• 2 personen voeren het gesprek 

Wat gebeurt er allemaal/zie je tijdens de communicatie?

Wissel af wie er praten en observeren.

TOEPASSEN

GESPREKSTECHNIEKEN

Voer nog een keer zo'n gesprek.
Denk nu aan de gesprekstechnieken:
luisteren, samenvatten en doorvragen

Observanten: wat gebeurt er/wat zie je/wat is anders?