Les 2 molariteit

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

molariteit en verdunningen 

Vandaag 

• oefenen met molariteit
• verdunningen 

Herhalen: Molariteit

• Maat voor de hoeveelheid opgeloste stof in een oplossing 
• concentratie in mol/L (ook wel M of molair)  

Opgave 1

Bereken de molariteit van jood als er 2,00 g is opgelost tot 200 mL aceton. 

(molmassa= 2x 126,9 = 253,8 g/mol)

(tussenantwoord= 0,0078...mol)

eindantwoord=0,0394 mol/L

Opgave 2

Iemand lost 2,0 g kaliumcarbonaat op tot 200 mL water. Bereken de molariteit van het kaliumion in de oplossing  

(molmassa= 138,21  g/mol)

(tussenantwoord 1= 0,014...mol)

(tussenantwoord 2 =0,072.. mol/L)

eindantwoord= 0,14 mol/L

verdunningen 

basisregel verdunnen

Als de concentratie of molariteit x keer zo klein wordt...

...dan wordt het volume x keer zo groot.

(voor de natuurkundigen: omgekeerd evenredig verband) 

Tim lost 2,0 g glucose op tot 450 mL water. Hij neemt hiervan 10 mL en verdunt dit tot 60 mL. Bereken de molariteit van de verdunde oplossing.

(molmassa= 180,16 g/mol)

(tussenantwoord 1= 0,01...mol)

(tussenantwoord 2 =0,0246.. mol/L)

eindantwoord= 4,1 x 10^-3 mol/L

Tim lost 2,0 g glucose op tot 450 mL water. Hij neemt hiervan 10 mL en verdunt dit tot 60 mL. Bereken de molariteit van de verdunde oplossing.