Formatieve toets hoofdstuk 1

Formatieve toets hst 1
  • Lees goed de vragen, geef uitgebreid antwoord..
  • Bij rekenvragen de berekening noteren en vergeet niet de eenheid.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Formatieve toets hst 1
  • Lees goed de vragen, geef uitgebreid antwoord..
  • Bij rekenvragen de berekening noteren en vergeet niet de eenheid.

Slide 1 - Diapositive

ROOK
NEVEL
SCHUIM
VASTE STOF
GAS
GAS
GAS
VLOEISTOF
VLOEISTOF

Slide 2 - Question de remorquage


Wat is letterlijke betekenis van dit gevaren symbool?
A
Brandbaar
B
Ontvlambaar
C
Irriterend
D
Explosief

Slide 3 - Quiz


Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?

Slide 4 - Question ouverte

In een pot jam zit 150 gram. Daarvan is 49 gram suiker. Bereken het massa% suiker in de pot.

Slide 5 - Question ouverte

In een oplossing van water en ranja is 7 % ranja. Hoeveel ranja zit er in een glas van 350 ml?
A
24,5
B
2,45 ml
C
24,5 ml
D
245 cl

Slide 6 - Quiz

Hoeveel kg is 25 g?
A
0,025 kg
B
0,250 kg
C
0,0025 kg
D
2,5 kg

Slide 7 - Quiz

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.
Smelten
Stollen
Condenseren
Vervluchtigen
Rijpen
Verdampen
gas
vloeistof
vaste stof

Slide 8 - Question de remorquage

Elke stof heeft een aantal stofeigenschappen die voor die stof uniek zijn.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Stoffen kunnen niet dezelfde stofeigenschappen hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Leg uit of dichtheid een stof eigenschap is.

Slide 11 - Question ouverte

Is dit een mengsel of
zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof
C
niet te zeggen

Slide 12 - Quiz

mengsel of
zuiver stof?
A
mengsel
B
zuiver stof
C
niet te zeggen

Slide 13 - Quiz


Welke diagram laat een smeltpunt zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je een stof die een andere stof aantoont?

Slide 15 - Question ouverte

WELKE STOFEIGENSCHAP VAN ZOUT BLIJFT IN EEN OPLOSSING VAN WATER EN ZOUT AANWEZIG?
A
KLEUR
B
GEUR
C
SMAAK
D
KOOKPUNT

Slide 16 - Quiz

Homogeen
Heterogeen
suspensie
emulsie
oplossing
nevel
rook
schuim
legering
lucht

Slide 17 - Question de remorquage

Een nevel bestaat uit....
A
vaste stof in vloeistof
B
vloeistof in gas
C
gas in vloeistof
D
vaste stof in gas

Slide 18 - Quiz

Een zwembad is 0,80 m diep, 2 meter breed en 3 meter lang. Hij zit helemaal tot de rand gevuld met water. In dat water zit ook 1,5 liter chloor. Wat is het volume percentage chloor in dit water?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe noem je een mengsel van metalen?

Slide 20 - Question ouverte

De lengte meet je met een ....
A
Liniaal
B
Balans
C
Thermometer
D
Maatcilinder

Slide 21 - Quiz

Het volume meet je met een ....
A
Liniaal
B
Balans
C
Thermometer
D
Maatcilinder

Slide 22 - Quiz

Klaar!

Slide 23 - Diapositive

Hoe ging het? Waar heb je nog moeite mee?

Slide 24 - Question ouverte