Argumenteren 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

Neem plaats, pak alvast je boek, schrift en een pen

                                                                                    

Nederlands havo 5

Deze les

• Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
• Ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen

Opdracht

• Maak de toets af
• Klaar? Leg op de hoek van je tafel en kies een boek uit 

Opdracht

• Geef je antwoorden aan je buurman/buurvrouw
• Kijk het werk van de ander na met een andere kleur
• Geef het blad terug 
• Noteer welke vragen je het lastigst vindt

argumenteren

Opdracht

Bespreek met elkaar: wat is volgens jullie het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument?

Geef van beide een voorbeeld bij het standpunt:

'Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de 

hogeschool moeten kunnen volgen.'

voorbeelden bespreken

Opdracht

• Maak opdracht 1 en 2 van H6 Argumenteren P1
• Overleg zachtjes met elkaar
• Zometeen bespreken we het

Graag stilte als de timer is afgelopen en ik 

met een boek in de hand voor de klas sta

tegenargument en weerlegging

• tegenargument gaat tegen standpunt in
• weerlegging gaat tegen argument in.

S: Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de hogeschool moeten kunnen volgen. 

T: Ze zijn de afgelopen maanden gewend aan afstandsonderwijs en kunnen dus best zo deels doorgaan.

M: Maar daar kenden ze alle docenten en leerlingen al en nu is alles nieuw en moeten ze goed kunnen wennen. 

tegenargument en weerlegging

Examensyllabus sinds 2020: 

Een uitspraak waarmee een schrijver of spreker een standpunt of een

argument probeert te weerleggen of te ontkrachten.

Een tegenargument dient om een standpunt of een argument minder

aanvaardbaar te maken.

weerlegging mag je in je boek doorstrepen, want het wordt gelijk gesteld aan het tegenargument

Opdracht

• Maak opdracht 5 en 6 van H6 Argumenteren P1
• Klaar? Maak opdracht 7 (5 niet) en 8 (7 niet)
• We gaan het bespreken

Graag stilte als de timer is afgelopen en ik 

met een boek in de hand voor de klas sta

Huiswerk

• Opdracht 1, 2 5 en 6 maken en nakijken
• Leesboek mee