Argumenteren 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

Neem plaats, pak alvast je laptop, schrift en een pen

                                                                                    

Nederlands havo 5

Deze les

• Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
• Ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen

Opdracht

Bespreek met elkaar: wat is volgens jullie het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument?

Geef van beide een voorbeeld bij het standpunt:

'Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de 

hogeschool moeten kunnen volgen.'

voorbeeld feitelijk

voorbeeld waarderend

Opdracht

• Maak opdracht 1 van H6 Argumenteren P1
• Overleg zachtjes met elkaar

Graag stilte als de timer is afgelopen en ik 

met een boek in de hand voor de klas sta

tegenargument en weerlegging

tegenargument gaat tegen standpunt in

weerlegging gaat tegen argument in.

S: Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de hogeschool moeten kunnen volgen. 

T: Ze zijn de afgelopen maanden gewend aan afstandsonderwijs en kunnen dus best zo deels doorgaan.

M: Maar daar kenden ze alle docenten en leerlingen al en nu is alles nieuw en moeten ze goed kunnen wennen. 

Opdracht

• Maak opdracht 2 t/m 4 van H6 Argumenteren P1
• Klaar? Maak opdracht 6/7/8

Welke vraag wil je bespreken?

Huiswerk

• Opdracht 1 t/m 4 maken en nakijken
• Opdracht 6/7/8 als je het lastig vindt