1 - Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Welkom
Leg alvast op tafel: 
Nieuw Nederlands + schrift, laptop, pen.
                                                                                    
Nederlands vwo 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Leg alvast op tafel: 
Nieuw Nederlands + schrift, laptop, pen.
                                                                                    
Nederlands vwo 4

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Deze les
  • Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten
  • Ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen en begrijpen

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen standpunten
en argumenten?

Slide 4 - Carte mentale

Opdracht
Bespreek met elkaar: wat is volgens jullie het verschil tussen een feitelijk en een waarderend argument?

Geef van beide een voorbeeld bij het standpunt:
'Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de 
hogeschool moeten kunnen volgen.'


timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld feitelijk

Slide 6 - Carte mentale

voorbeeld waarderend

Slide 7 - Carte mentale

Feitelijk en waarderend argument
standpunt = je mening 
argument = hoe je jouw standpunt verdedigt
  • feitelijke argumenten: ondersteunen jouw mening, kun je controleren (waar of niet waar)
  • waarderende argumenten: je geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk is, etc. Daarmee ondersteun je jouw mening.

 

Slide 8 - Diapositive

Opdracht
  • Maak opdracht 1 van H6 Argumenteren P1
  • Overleg zachtjes met elkaar

Graag stilte als de timer is afgelopen en ik 
met een boek in de hand voor de klas sta
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Tegenargument en weerlegging
Als je het niet eens bent met iemand argumentatie, kun je argumenten tegen het standpunt inbrengen en/of weerleggingen van de argumenten geven. 

  • tegenargument gaat tegen standpunt in
  • weerlegging gaat tegen argument in

 

Slide 10 - Diapositive

tegenargument en weerlegging
S: Eerstejaarsstudenten zouden al hun lessen op de hogeschool moeten kunnen volgen, want dit heeft een positief effect op hun welzijn én hun resultaten.
T: Ze zijn de afgelopen maanden gewend aan afstandsonderwijs en kunnen dus best zo deels doorgaan. (tegen standpunt in)
W: Afstandsonderwijs geeft juist meer tijd en ruimte voor ontspanning. (tegen weerlegging in)

Slide 11 - Diapositive

Opdracht
  • Maak opdracht 2 t/m 4 van H6 Argumenteren P1
  • Klaar? Ga verder met opdr. 5 en/of vat de theorie samen. 

timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Welke vraag wil je bespreken?

Slide 13 - Question ouverte

Huiswerk
Woensdag 12 oktober
  • C6, P1: opdracht 1 t/m 5

Slide 14 - Diapositive