Ontleden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

P.2 week 7   Studiemeter    Zinsontleding

We doen eerst zinsontleding en

volgende week  hun-hen-zij

omdat je daar zinsontleding bij 

gebruikt.

Lesprogramma

1. Lezen
2. Uitleg ontleden
3. Drie zinnen zelf ontleden.
4. Lukt het, dan doe je de opdrachten zelfstandig, is het lastig dan oefenen we samen verder. 
5. Moet je terugkomen in de bufferweek?

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

• ken je het stappenplan voor zinsontleding.
• weet je hoe een zin in zinsdelen kunt verdelen.
  
  
  
• kan je een zin ontleden en de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp, het  lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp van een zin vinden.
  
  
• heb je het onderdeel  grammatica ( persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp in studiemeter afgerond

Leerstof

Persoonsvorm

Zinsdelen

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Stappenplan

1. Onderstreep de persoonsvorm.
   
   
2. Verdeel de zin in zinsdelen.
   
   
3. Selecteer het onderwerp (o), het gezegde (wg), het lijdend voorwerp (lv) en het meewerkend voorwerp (mv). 

Ik / heb / een auto / gekregen / van mijn ouders. 

OW = Ik

WG = heb gekregen

LV = een auto

MV = van mijn ouders

Zinsdelen:

De groep kinderen heeft hun tekening aan de juf van groep 4 getoond.

Maak zoveel mogelijk zinnen

Wat valt je op?

Alle woorden uit de zin staan op een los A-4tje. 13 leerlingen staan met een blaadje met 1 woord voor zich voor de klas. 

De klas bedenkt zoveel mogelijk zinnen. Deze schrijven we op het bord. 

Ontleed de volgende zin:
De museummedewerkers gaven hun baas een mooi afscheidscadeau

Ontleed de volgende zin:
De groep kinderen heeft hun tekening aan de juf van groep 4 getoond.

Ontleed de volgende zin
De oude mensen zouden een hoop lawaai in het bejaardentehuis hebben gemaakt.

Lukt het om zelfstandig verder te werken?

- was de uitleg duidelijk?

-lukten de voorbeeldzinnen?

- lukt het om zelfstandig de opdrachten te maken?

- aan de slag

Af? -> verder met de andere  onderdelen van taalverzorging