23 mei B1e Grammatica mvw + bwb

Welkom!
do 19 mei
  • Je telefoon in de kast
  • Ga rustig zitten op je vaste plek  
  • Pak alvast je boek en je schrift
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
do 19 mei
  • Je telefoon in de kast
  • Ga rustig zitten op je vaste plek  
  • Pak alvast je boek en je schrift

Slide 1 - Diapositive

min. 1
 Wat gaan we doen?

  • Grammatica: voorbereiden DVT
  • Quiz
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

min. 3
Grammatica 

Slide 3 - Diapositive

56
Persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Maak vragend: werkwoord vooraan = pv.
  • Zin in andere tijd: werkwoord dat verandert = pv
  • Verander getal: enkelvoud/meervoud: (één werkwoord dat verandert = pv

Slide 4 - Diapositive

68-72
Zinsdelen
Zinsdelen vinden
  • Eén woord / groepje woorden die bij elkaar horen
  • Kan je woorden vóór de persoonsvorm zetten? = zinsdeel.
  • Blijven woorden blijven in zelfde volgorde als je de zin verandert? = zinsdeel.
  • Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan.

Slide 5 - Diapositive

68-72
Onderwerp (ow)
Hoe vind je het onderwerp?:
  • Wie / Wat + persoonsvorm? Antwoord = onderwerp.
  • Verander de pv van getal (enkelvoud / meervoud)
  • Zinsdeel dat verandert = onderwerp
  • Tip: onderwerp begint nooit met voorzetsel.

Slide 6 - Diapositive

68-72
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Werkwoordelijk gezegde =  
  • wat het onderwerp doet
  • persoonsvorm plus alle andere werkwoorden

Slide 7 - Diapositive

68-72
Lijdend voorwerp (lv)
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
  • Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
  • Vraag: Wat/Wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
  • Het antwoord op die vraag is het lijdend voorwerp

Slide 8 - Diapositive

68-72
Naamwoordelijk gezegde (ng)
Werkwoordelijk gezegde > wat iemand doet
Naamwoordelijk gezegde > wat iemand is of wordt

Koppelwerkwoorden bij naamwoordelijk gezegde:
  • zijn
  • worden
  • blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen

Slide 9 - Diapositive

68-72
Naamwoordelijk gezegde (ng)
Hoe vind je het naamwoordelijk gezegde?
  •  Staat er zijn/worden of koppelwerkwoord?
  •  Zegt werkwoord dat iemand/iets is, wordt of blijft?
  •  Vraag: Wat pv + o + andere werkwoorden?
  • Antwoord = naamwoordelijk deel van het ng
  • nw = pv + naamw. deel + werkwoorden

Slide 10 - Diapositive

68-72
Meewerkend voorwerp (mv)

Meewerkend voorwerp 
  • voor wie iets bestemd is
  • bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen (aan)' (meedelen, uitleggen, zeggen)
  • of met ‘geven (aan)’ (overhandigen, lenen, toesturen)

Slide 11 - Diapositive

68-72
Meewerkend voorwerp (mv)

Hoe vind je het medewerkend voorwerp
  1. Noteer ow, wg en lv.
  2. Vraag: Aan/Voor wie + wg + ow + lv? 
  3. Het antwoord is het meewerkend voorwerp.
  4. Controleer of je aan (voor) kunt weglaten of toevoegen.

Slide 12 - Diapositive

68-72
Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Bijwoordelijke bepaling (bwb) = antwoord op de vraag:
  • Hoe? 
  • Hoelang? Hoever? 
  • Waar? 
  • Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan?
  • Wanneer?
  • Ook: nooit, niet, wel, zeker, absoluut, enz
  • Ook: vraagwoorden zelf

Slide 13 - Diapositive

68-72
Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Hoe vind je de bijwoordelijke bepalingen?
  1. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
  2. Zoek naar lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
  3. De zinsdelen die overblijven, zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.
  4. Controleer met vraagwoord: Hoe (lang/ver), Waar(door/om/etc), Wanneer?

Slide 14 - Diapositive

68-72
Grammatica-quiz
Open Kahoot

Slide 15 - Diapositive

56
Keuzeboek
Lezen (±15 min)

Slide 16 - Diapositive

46-56
Afsluiting
DVT
  • Maandag 30 mei
  • Overzicht van de stof in SOM
  • Vergeet handout naamwoordelijk gezegde niet
  • Samenvatting Ezel in SOM
  • Zelf Oefenen: zie links in SOM

Slide 17 - Diapositive

74
Einde
  • Ruim je tafel op
  • Pak je spullen in
  • Wacht op je stoel tot de bel gaat
  • Fijne dag!

Slide 18 - Diapositive

75