1.4 Actief teksten lezen

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.4 Actief teksten lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoelen
3.
Mini-check & Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 1.4 Actief teksten lezen
1.
Lesopening
2.
Lesdoelen
3.
Mini-check & Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op tafel op bladzijde 20



Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoelen 
Aan het eind van deze les:
- kan je actief lezen toepassen
- weet je wat tekstdoelen zijn
- weet je wat tekstsoorten zijn
- weet je wat signaalwoorden zijn
- weet je wat tekstverbanden zijn


Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 
-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Willem, Gwen, Keano, Daan, Daniël, Bregje & Nick

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
-

Slide 4 - Diapositive

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Diapositive

de lezer iets nieuws vertellen
de lezer vermaken of laten lezen voor zijn plezier
de lezer overhalen iets te doen
de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
informerende tekst
Amuserende tekst
activerende tekst
instructie tekst
overtuigende tekst

Slide 6 - Question de remorquage

Wanneer gebruik je
"verkennend lezen"?
A
Je wilt de inhoud van de tekst iets beter kennen
B
Je wilt in de tekst een antwoord op de vraag weten.
C
Je wilt de tekst helemaal begrijpen

Slide 7 - Quiz

Abonneer je op de krant en ontvang een gratis iPad.
A
Amuseren
B
Activeren/overhalen
C
informeren
D
Overtuigen

Slide 8 - Quiz

'We will rock you' is mijn lievelingsliedje, die moet je echt luisteren!
A
Amuseren
B
Activeren/overhalen
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quiz

Pak eerst de bezem, veeg dan de winkel en gooi ten slotte alle rommel in de kliko.
A
Amuseren
B
Informeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
activerende tekst
C
instructieve tekst
D
amuserende tekst

Slide 11 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
overtuigende tekst
C
instructieve tekst
D
amuserende tekst

Slide 12 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. 
Je maakt:
Basis: opdracht 2, 4 en 5 op blz 20 t/m 23



De rest doet mee met de instructie. 

Slide 13 - Diapositive

4. Instructie

Slide 14 - Diapositive

Actief lezen
Om de examentekst goed te begrijpen en de vragen goed te beantwoorden lees je de tekst actief:
- onderstrepen
- markeren
- van aantekeningen voorzien


Slide 15 - Diapositive

Benodigde kennis actief lezen

Kennis van tekstsoortensignaalwoorden en tekstverbanden

Slide 16 - Diapositive

Tekstsoorten
  • informatieve teksten
  • betogende of activerende teksten
  • instructieve teksten
  • verhalende of amuserende teksten

Slide 17 - Diapositive

Informatieve tekst

Slide 18 - Diapositive

Betogende of activerende tekst

Slide 19 - Diapositive

Instructieve tekst

Slide 20 - Diapositive

Verhalende of amuserende tekst

Slide 21 - Diapositive

Zinsverbanden door het gebruik van een signaalwoord

1. uitspraak - opsomming
2. Uitspraak - tegenstelling
3. Uitspraak - voorbeeld
4. Middel - doel
5. Oorzaak - gevolg
6. Uitspraak - vergelijking
7. Uitspraak - reden

Signaalwoorden:


1. ook, verder, bovendien, nog, enz.
2. maar, daarentegen, enz. 
3. bijvoorbeed, zoals, zo, enz. 
4. waarmee, daarmee, met dat doel, enz. 
5. daardoor, hierdoor, doordat, enz.
6. zoals, hetzelfde, in vergelijking met, enz.
7. want, omdat, enz. 

Slide 22 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Willem, Gwen, Keano, Daan, Daniël, Bregje & Nick
Je maakt opdracht 2, 4 en 5 op blz 20 t/m 23

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)?   - of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2

Slide 23 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 2, 4 en 5 op blz 20 t/m 23




Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je je leesboek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 


- kan je actief lezen toepassen?
- weet je wat tekstdoelen zijn?
- weet je wat tekstsoorten zijn?
- weet je wat signaalwoorden zijn?
- weet je wat tekstverbanden zijn?

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Woensdag 16 oktober
1.4 opdracht 2, 4  af

Toetsen: 
-


Slide 26 - Diapositive