Schrijfdoelen en nieuwsberichten

Welkom

Wat is nieuws?
Kenmerken van nieuwsberichten
Nederlands
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Wat is nieuws?
Kenmerken van nieuwsberichten
Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Uitleg 3.1 en 3.2
  2. Aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
  1. Fictie/non-fictie en realistisch/onrealistisch

  2. Genres

  3.  Je mening geven.

  4. Werkwoordspelling

Slide 3 - Diapositive

Zakelijk lezen en fictioneel lezen
Zakelijk lezen:
  • Nodig om de wereld te begrijpen
  • Zaken opzoeken
  • Kranten, verslagen, documentaires en schoolboeken

Fictioneel lezen:
  • Plezier/ontspanning
  • Andere werelden ontdekken

Slide 4 - Diapositive

Leesstrategieën
  1. oriënterend lezen (verkennend)
  2. globaal lezen (verkennend)
  3. intensief lezen (grondig)
  4. zoekend lezen
  5. Kritisch lezen
  6. Studerend lezen

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1: 
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is. 
Situatie 2: 
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3: 
Je hebt morgen een toets over voor geschiedenis. Je leest de tekst in je geschiedenisboek.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoekt de website van het pretpark.
Orienterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Studerend lezen

Slide 7 - Question de remorquage

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je 5 schrijfdoelen, tekstsoorten en de 5xW+H-vragen.

  • kun je uitleggen en herkennen met welk doel een tekst is geschreven. 

  • kun je in eigen woorden uitleggen welke kenmerken een nieuwsbericht bericht heeft. 

  • kun je de bij het lezen van een tekst antwoord geven op de 5xW+H-vragen. 

Slide 8 - Diapositive

Wat is een tekstdoel?

Slide 9 - Question ouverte

Tekstdoelen (1)

  • Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.

  • Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn  moet zorgen.

  • Er zijn een aantal tekstdoelen.

Slide 10 - Diapositive

Tekstdoelen (2)

  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 hoofddoel met zijn tekst.

  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?

  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde schrijfdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Video
-
Schrijfdoelen

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo

Lees de tekst.

Slide 15 - Diapositive

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 16 - Quiz

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 17 - Question ouverte

Lees de tekst.

Slide 18 - Diapositive

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 19 - Quiz

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 20 - Question ouverte

Nieuwsberichten
  • Schrijfdoel = meestal informeren.

  • Titel (kop) en de inleiding (lead).

  • 5xW+H-vragen worden vaak beantwoord.

  • Plaatjes (beeld) ter ondersteuning.

  • Betrouwbaarheid toetsen door de bron na te gaan.

Slide 21 - Diapositive

5xW+H
  • 5xW+H is een ezelsbrug om gemakkelijker de hoofdzaken uit een tekst te halen.

  1. Wat (is het nieuws)?
  2. Wie (speelt een rol in dit nieuws)?
  3. Waar (is het gebeurd)?
  4. Wanneer (is het gebeurd)?
  5. Waarom (is het gebeurd)?
  6. Hoe (is het gebeurd)?

Slide 22 - Diapositive

Is al het nieuws altijd waar?

Slide 23 - Question ouverte

Is het nieuwsbericht hiernaast denk je waar of niet?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Betrouwbaarheid bronnen
Waarop moet je letten als je een tekst gaat beoordelen op betrouwbaarheid?
  1. Is de tekst verschenen in een serieuze bron, die goed bekend staat?
  2. Lijkt de schrijver/maker van de tekst een bepaald belang te hebben? Wil hij bijvoorbeeld iets verkopen? Is de informatie objectief of subjectief?
  3. Kun je de feiten in de tekst controleren? Vergelijk de informatie uit een tekst altijd met gegevens uit andere teksten.
  4. Is de tekst goed en vakkundig geschreven?
  5. Is de gegeven informatie min of meer volledig
  6. Klopt de inhoud met wat je gezonde verstand zegt?

Slide 25 - Diapositive

Aan de slag!
  • Hoofdstuk 3.2 op pagina 59-64

  • Opdracht 4 t/m 8

  • Klaar? Ga je verder met je leesautobiografie.

Slide 26 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de 5 schrijfdoelen, tekstsoorten en de 5xW+H-vragen.

  • kun je uitleggen en herkennen met welk doel een tekst is geschreven. 

  • kun je in eigen woorden uitleggen welke kenmerken een nieuwsbericht bericht heeft. 

  • kun je de bij het lezen van een tekst antwoord geven op de 5xW+H-vragen. 

Slide 27 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 28 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Question ouverte