Thema 2: paragraaf 2.4

'Hoeveel is gezond?'
Wat is het verschil tussen deze buikjes?
Welke eetstoornissen zijn er?
Wat gebeurd er als je een maand lang alleen McDonalds eet?
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

'Hoeveel is gezond?'
Wat is het verschil tussen deze buikjes?
Welke eetstoornissen zijn er?
Wat gebeurd er als je een maand lang alleen McDonalds eet?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk vak van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Oranje
B
Blauw
C
Bruin
D
Groen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is de schijf van 5 belangrijk?
A
Om gezond en gevarieerd te eten
B
Om uit te zoeken wat je wel lekker vindt
C
Om gezond en ongezond te eten
D
Om ongezond te eten

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staan energiedrankjes in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je voedsel wordt gebruikt als brandstof, bouwstof, beschermende stof of reservestof.
Uit welke haalt je lichaam zijn energie?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. Weet ik wat energie is 
  2. Weet ik hoe energie wordt aangeven
  3. Weet ik wat overgewicht en ondergewicht is

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Vetten

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsetiketten lezen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energie
Joule of calorie 
kilojoule (kJ) & kilocalorie (kcal)

1 kJ = 1000 Joule
1 kcal = 1000 cal
1 kcal = 4,2 kJ
2
2

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte
Geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte, lichamelijke inspanning, klimaat of seizoen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsetiketten

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kcal is 30 kJ?

1 kcal = 4.2 kJ
A
126 kcal
B
147 kcal
C
7.1 kcal
D
6.8 kcal

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

22) I (2)
Aardappels vormen een belangrijke bron van
vitamine C en veel koolhydraten.

In de tabel staan enkele gegevens over de voedingswaarde van rauwe, gekookte en gebakken aardappels. Henk eet 250 gram gekookte aardappels.

Hoeveel energie in Kj krijgt Henk hierdoor binnen?
A
812,5 kj
B
325 Kj
C
475 Kj
D
650 Kj

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ziet hiernaast de voedingswaarde van 100 gram cassavechips. Wat zijn de energierijke stoffen in dit voedingsmiddel?
A
zout en vetten
B
vetten en koolhydraten
C
zout en koolhydraten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de tabel zie je een overzicht van de voedingswaarde van een aantal voedingsmiddelen.

Welk voedingsmiddel levert volgens de tabel de meeste energie?
A
aardappel
B
appel
C
broccoli
D
peer

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In balans?
Je bent in balans als = energieopname & verbruik zijn gelijk


Slide 20 - Diapositive

oorzaken = te veel en te vet eten > reservestof & aanleg
gevolgen = 
hart & vaat-ziekten
suikerziekte (type 2)
slecht voor je gewrichten

obesitas = extreem overgewicht

Overgewicht / ondergewicht
  • Overgewicht → teveel aan vet opgeslagen in het lichaam.
  • Ernstig overgewicht → obesitas. -) meer kans op hart- en vaatziekten.
  • Ondergewicht → tekort aan voedingsstoffen. -) Kunnen sneller ziek worden.
  • Ondervoeding → je krijgt te weinig voedingsstoffen binnen.


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BMI
BMI= Body Mass Index (BMI) 







Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BMI
BMI
In de groei? BMI is laag

Veel spieren? BMI is hoog

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BMI Jongens
BMI meisjes

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de voedingswaardetabel hiernaast zie je ADH staan. Wat betekent ADH?
A
de hoeveelheid voedingsstof
B
het percentage van de hoeveelheid voedingsstof
C
algemene dagelijkse hoeveelheid
D
hoeveel je per dag nodig hebt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afvallen
ADH = Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid

Niet eten of minder dan de ADH eten is een SLECHTE manier van af vallen

Slide 26 - Diapositive

gezonder eten: meer groente & fruit
meer bewegen
minder suiker en vet
Eetstoornissen
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
- extreem afvallen & bang om aan te komen
Binge eating disorder (BED)
-vreetbuien 
hulp?             Diëtiste

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

nakijken huiswerk bas 4

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzoorzaakt door: OVERGEWICHT
Veroorzaakt door: ONDERGEWICHT
hart- en vaatziektes
Suikerziekte (type 2)
snel ziek worden
Bloedarmoede

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

kJoule en kCal zijn beiden maten voor energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je lichaamsgewicht lager is dan bij je leeftijd en lengte past, heb je ondergewicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan je doen aan overgewicht?
A
Maaltijden overslaan
B
Ongezond eten
C
Meer bewegen/sporten
D
Meer bewegen en je eetpatroon aanpassen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats de vakjes bij de juiste eetstoornis
anorexia

boulimia
beide
vreetbuien
zien zich dikker dan dat ze werkelijk zijn
Vaak normaal gewicht
gebrek aan bouwstoffen
braken of gebruik laxeermiddelen
vaak te laag gewicht

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions