Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
PROGRAMMA van vandaag:
- Huiswerk
- Uitleg bijwoord
- Zelfstandig oefenen met het bijwoord
DOEL van de les:
Je weet wat een bijwoord is.
Je kan een bijwoord herkennen en gebruiken.
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
PROGRAMMA van vandaag:
- Huiswerk
- Uitleg bijwoord
- Zelfstandig oefenen met het bijwoord
DOEL van de les:
Je weet wat een bijwoord is.
Je kan een bijwoord herkennen en gebruiken.
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Huiswerk
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Bijwoord
Een
bijwoord
is een woord dat
extra informatie
geeft:
plaats, richting:
hier, daar, nergens, ...
tijd:
gisteren, vandaag, later, ...
frequentie:
altijd, meestal, vaak, soms, ...
ontkenning:
nooit, niet
graad:
heel, zeer, erg, graag, ...
hoeveelheid:
compleet, helemaal, ...
Slide 3 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Bijwoord
Een
bijwoord
is een woord dat
extra informatie
geeft:
plaats, richting:
hier, daar, nergens, ...
tijd:
gisteren, vandaag, later, ...
frequentie:
altijd, meestal, vaak, soms, ...
ontkenning:
nooit, niet
graad:
heel, zeer, erg, graag, ...
hoeveelheid:
compleet, helemaal, ...
Let op:
wanneer, waarom, waarheen, hoe, waarmee
= bijwoorden
welk(e), wat, wie, wat voor (een) zijn
= vragende voornaamwoorden
Slide 5 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
Sommige woorden zijn altijd een bijwoord:
vaak, ook, misschien, ...
Oefenen
Ga naar blz. 65:
opdr. 3a (klassikaal)
opdr. 4 (alleen) + bespreken
Slide 6 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
SLORDIG
Het zijn
slordige
types. Ze schrijven
slordig
.
Slide 7 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
SLORDIG
Het zijn
slordige
types. = bn Ze schrijven
slordig
. = bw
Slide 8 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
SLORDIG
Het zijn
slordige
types. = bn Ze schrijven
slordig
. = bw
- hoort bij een zelfstandig naamwoord
- verandert van vorm
Slide 9 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
SLORDIG
Het zijn
slordige
types. = bn Ze schrijven
slordig
. = bw
- hoort bij een zelfstandig naamwoord - hoort NIET bij een zn
- verandert van vorm - verandert NOOIT van vorm
Slide 10 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
SLORDIG
Het zijn
slordige
types. = bn Ze schrijven
slordig
. = bw
- hoort bij een zelfstandig naamwoord - hoort NIET bij een zn
- verandert van vorm - verandert NOOIT van vorm
--> Opdr. 3d
Slide 11 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
HARD
Jan werkt
hard
. Die steen is
hard
.
Slide 12 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
of
bijvoeglijk naamwoord
?
Soms moet je heel goed kijken
hoe
een woord is
gebruikt
.
Voorbeeld:
HARD
Jan werkt
hard
. = bw De steen is
hard
. = bn
Slide 13 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Zelfstandig oefenen
Ga naar blz. 65.
Maak zelfstandig:
- opdr. 5a (soorten bijwoord)
- opdr. 8 (bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?)
Klaar? Kies dan uit:
- opdr. 6 (soorten bijwoord)
- opdr. 9 (bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?)
Slide 14 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Bijwoord
Ga naar blz. 63, opdr. 1:
zin 1:
Je kunt tegenwoordig altijd nieuwe kleding kopen.
zin 3:
Deze trend is onwenselijk.
Slide 15 - Diapositive
andere werkwoorden met vaste voorzetsels?
Plus de leçons comme celle-ci
Woordsoorten 170123
Janvier 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Grammatica: bijwoorden
Janvier 2024
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2,3
2VG 4.8 Grammatica woordsoorten: bn of bw?
il y a 23 jours
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2VG 4.8 Grammatica woordsoorten: bn of bw?
Avril 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4.8 bijwoord verschil bn (les 3 ma)
Août 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling bijwoord HavoVwo
Mars 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
LJ2, Herhaling grammatica
Mars 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H4.8 bijwoord (les 1 en 2)
Mars 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2