3.2: Waterbalans

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad
1 / 28
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad

Slide 1 - Quiz

Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water.

Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
A
grondwater
B
zoet water
C
zout water
D
water in meren

Slide 2 - Quiz

Wat is oppervlakte water?
A
Water in sloten, meren, rivieren, kanalen en plassen
B
Water uit de bodem die aan de oppervlakte komt
C
Water alleen van rivieren en de zee
D
Alleen zoet water van de oppervlakte

Slide 3 - Quiz

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 4 - Quiz

Lesdoel
- Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer.

- Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.

- Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.

Slide 5 - Diapositive

Waterbalans van Nederland

Slide 6 - Diapositive

Waterbalans
''De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en weer uitgaat''

Slide 7 - Diapositive

Hoe komt een gebied aan water?
1)  Neerslag
2) Aanvoer uit andere gebieden
3) Aanvoer van fossiel water

Slide 8 - Diapositive

Hoe gaat water een gebied uit?
1)  Uitstroom (rivier stroomt in de zee)
2) Verdamping
3) Mensen gebruiken het voor consumptie

Slide 9 - Diapositive

Rekenen met de waterbalans:
''Via de rivieren komt er 900 liter water binnen en stroomt er 340 liter uit. Er valt 200 liter water door regen en er verdampt 30. Er komt ook 80 liter fossiel water binnen en mensen gebruiken 340 liter.''
Hoeveel water is er nog in dit gebied?

Slide 10 - Question ouverte

Binnenkomen: Neerslag
- Zeer ongelijk verdeeld
         - Nederland 660m3 per inwoner
         - Egypte 50m3 per inwoner



- Nuttige neerslag: '' Verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.''

Slide 11 - Diapositive

Nuttige neerslag
Wordt gebruikt door alles wat op aarde leeft en verdwijnt in de grond door infiltratie.


Infiltratie: ''Het in de grond indringen van water

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Binnenkomen: Aanvoer rivier

Slide 14 - Diapositive

Binnenkomen: Fossiel water
Fossiel water: ''Water in de grond dat stamt uit veel eerdere tijden''
Aquifer: ''Waterhoudende laag in de ondergrond''

Slide 15 - Diapositive

Op welke drie manieren komt water ons land binnen?

Slide 16 - Question ouverte

Uitgaan: Verdampen

Slide 17 - Diapositive

Uitgaan: Uitstromen

Slide 18 - Diapositive

Uitgaan: Verbruik

Slide 19 - Diapositive

Op welke drie manieren gaat water ons land uit?

Slide 20 - Question ouverte

Waterbalans van Nederland

Slide 21 - Diapositive

Doe de test!
Lees ook goed de uitleg bij de antwoorden, hoeveel had jij er goed?

10min

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Duurzaam waterbeheer
''Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt gebruikt''

Slide 24 - Diapositive

twee soorten water:
Vernieuwbaar water: ''Water dat in het tempo aangevuld wordt waarmee het gebruikt wordt (Of sneller)''

Niet-vernieuwbaar water: ''Water dat niet, of maar heel langzaam wordt bijgevuld waardoor het opraakt als er teveel van gebruikt wordt.''

Slide 25 - Diapositive

Niet vernieuwbaar water

Slide 26 - Carte mentale

Vernieuwbaar water

Slide 27 - Carte mentale

Slide 28 - Diapositive