Week 36 - Hoe gaat het met de Afrikaanse olifant?

Week 36  


Hoe gaat het met de Afrikaanse olifant?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Week 36  


Hoe gaat het met de Afrikaanse olifant?

Slide 1 - Diapositive

Benodigheden voor de les.
- Een pen of potlood.
- Een iPad.
- Een invulformulier (krijg je van de docent).

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al van het onderwerp?

Slide 3 - Question ouverte

We bekijken de video over het onderwerp van deze week.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Wij werken in deze groepjes

Slide 6 - Diapositive

Ga op de volgende plaats zitten

S

Slide 7 - Diapositive

Het doel van deze les:
AA:
-De leerlingen weten hoe ze de tekst actief kunnen lezen de hand van sleutelvragen. 

A & B:
-De leerlingen weten hoe ze de tekst actief kunnen lezen de hand van sleutelvragen.
-Ze weten hoe ze het beantwoorden van toetsvragen kunnen aanpakken.

Na het lezen van de tekst weten de leerlingen hoe het nu gaat met de Afrikaanse olifant, waardoor het eerst niet goed ging, en wat daaraan gedaan is.

Slide 8 - Diapositive

Lees de tekst in je groepje

- Onderstreep de belangrijke dingen uit de tekst.

-AA leest samen met de docent.

Slide 9 - Diapositive

Belangrijke woorden deze week AA
  1. het aantal
  2. het leefgebied
  3. de diersoort
  4. beschermen
  5. veilig
  6. in de buurt
  7. de akker






Slide 10 - Diapositive

Belangrijke woorden deze week A
  1. de expert 
  2. het gebied 
  3. het onderzoek 
  4. het aantal 
  5. stijgen 
  6. dalen
  7. het leefgebied 
  8. het voedsel 
  9. veilig
  10. de kudde

Slide 11 - Diapositive

Belangrijke woorden deze week B
  1. het continent 
  2. de populatie 
  3. betrouwbaar 
  4. de indruk 
  5. aanleggen 
  6. het belang 
  7. vooropstaan 
  8. de bron van inkomsten 
  9. lokaal 
  10. vermijden

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn onderzoekers?
A
Een mensen die komen kijken.
B
Leraren helpen bij de leerlingen.
C
Groep mensen die Ajax komen steunen.
D
Een personen die onbekende zaken onderzoeken.

Slide 13 - Quiz

Wat zijn beschermers?
A
Superman en Batman.
B
Iemand die personen of zaken bewaakt of verdedigt.
C
Iemand die iemand roept.
D
Bram, Louise en Debby.

Slide 14 - Quiz

Wat zijn slagtanden?
A
Dat zijn tanden die kan ermee slaan
B
Dat is tanden dat olifant(en) dragen
C
Dat is een onderdeel van onze gebit
D
Een materiaal dat jij ermee kan slaan zoals honkbal.

Slide 15 - Quiz

Wat is een leefgebied?
A
Een woonkamer.
B
Het gebied waar bomen en planten staan.
C
Het gebied waarin een dier afspeelt.
D
Een klaslokaal.

Slide 16 - Quiz

Wat is het probleem?

Slide 17 - Question ouverte

Probleem - oorzaak - oplossing

Slide 18 - Diapositive

Oplossing

Slide 19 - Question ouverte

Wat zijn de oorzaken van het probleem?

Slide 20 - Question ouverte

Probleem - oorzaak - oplossing.

Slide 21 - Diapositive

Nu gaan we aan de slag.
- De docent deelt jullie de opdrachten uit.
AA:
Maak opdracht 2 en opdracht 4
A:
Maak de sleutelvragen en opdracht 3
B:
Maak de sleutelvragen en opdracht 3
Klaar?! --> Even iets voor jezelf doen. (NIET OP DE TELEFOON!)

Slide 22 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?*

Slide 23 - Carte mentale

Wat ging goed?

Slide 24 - Question ouverte

Wat wil je nog verbeteren?

Slide 25 - Question ouverte