les 9 hoofstuk 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Les 9 hoofdstuk 1

Organisatie tijd

boeken op tafel

Pen

Lees/ Verwerkingstijd

Maak vraag 2 en 4 blz. 26-27 werkboek.

Ga daarna verder met de afsluiting op blz. 20 van je werkboekje

Lestijd 10 minuten

Regenten

• In tegenstelling tot andere landen hadden de (rijke) burgers in de Republiek veel meer macht en invloed dan de adel.
• Veel van deze burgers waren enorm rijk geworden door de handel (in de steden)
• Deze groep rijke burgers noem je regenten.
• Bijna alle belangrijke banen waren in handen van de regenten.

Leerdoelen

1. Je weet wie Van Oldenbarnevelt was en waarom hij is vermoord.

2. Je weet de jaartallen van de 80-jarige oorlog en het Twaalfjarige Bestand.

3. Je wanneer het rampjaar was en waarom dit het rampjaar wordt genoemd.

Welke eeuw was de Gouden Eeuw?

1. 15e eeuw
2. 16e eeuw
3. 17e eeuw
4. 18e eeuw

Wat wordt er met het begrip 'Republiek' bedoeld?

1. De naam van Nederland in de 16e t/m de 18e eeuw.
2. Een staat zonder vorst zoals een koning of een keizer.
3. Ergens tegen in opstand komen.
4. Als burgers wetten maken en niet een vorst.

De Nederlanden waren in de Gouden eeuw een.........

1. Democratie
2. Oligarchie
3. Monarchie
4. Koninkrijk met absoluut vorst

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek?

1. De koning en zijn hofhouding
2. De regenten uit rijke families
3. De hardwerkende mannen en vrouwen

Wat wordt er bedoelt met 'de beurs'?

1. Het gebouw waar kooplieden hun geld konden inwisselen om te handelen.
2. Het gebouw waar zeevaarders konden rusten voor een nieuwe tocht.
3. Het gebouw waar alle handelsspullen opgeslagen werden.
4. Het gebouw waar kooplieden samen komen om handel te drijven.

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:

1. handelskapitalisme
2. stapelmarkt
3. VOC-principe
4. pakhuispolitiek

Wat is specialisatie?

1. Als je een speciale werknemer bent
2. Als je nog maar één product gaat maken
3. Als je nog maar één product gaat kopen
4. Als je nog maar één werknemer hebt

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:

1. kaas, textiel en vis
2. wijn en olie
3. specerijen
4. graan en hout

Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:

1. kaas, textiel en vis
2. wijn en olie
3. specerijen
4. graan en hout

VOC staat voor

1. Vereniging Oost-Indische Compagnie
2. Verenigde Oost-Indie Compagnie
3. Verenigde Oost-Indische Compagnie
4. Verenigde Oost-Indische Campagne

Wanneer werd de VOC opgericht?

1. 1621
2. 1602
3. 1601
4. 1618

De VOC bracht naar Europa:

1. Slaven
2. Aardappels
3. Specerijen
4. Maïs

De Staten Generaal gaf de VOC speciale rechten:

1. handelsmonopolie
2. vrede sluiten en oorlog voeren
3. aandelen verkopen
4. een multinational

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?

1. VOC voerde niet alleen handel en maar ook oorlog
2. VOC maakte kanonnen
3. VOC hield van mode
4. VOC had weinig wapens

In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?

1. Eerste bedrijf met winst uit handel
2. Eerste bedrijf met aandelen
3. Eerste bedrijf in de handel met specerijen
4. Eerste bedrijf in de handel met slaven

Welke (tijds)volgorde is juist?

1. VOC - WIC - Oostzeehandel
2. Oostzeehandel - VOC - WIC
3. Oostzeehandel - WIC - VOC
4. VOC - Oostzeehandel - WIC

Waar hield de WIC zich niet mee bezig?

1. Slavenhandel
2. Veroveringen
3. Driehoekshandel
4. Specerijenhandel

Hoe heet de gevangenis waar de mannen worden ondergebracht?

1. Spinhuis
2. Tuchthuis
3. Rasphuis
4. Slagershuis

➤Waar of niet waar?

Oorlog en vervolging zorgden ervoor dat grote groepen mensen uit de Republiek wegvluchtten.

1. Waar
2. Niet waar

Wie van deze personen was een bekende filosoof?

1. Spinoza
2. Rembrandt
3. Hals
4. Van Leeuwenhoek

16. Om welke schildertechniek werd Rembrandt NIET bekend?:

1. Levensecht schilderen van mensen
2. Het afwisselen van details met ruwe kwaststreken
3. Indrukwekkende wolkenluchten
4. Afwisselen van licht en donker

Spinoza

1. microscoop
2. bacterien
3. telelens
4. filosofie

Lees de bron:

Welke bewering over de bron is niet juist?

1. Spinoza vond dat iedereen mocht zeggen wat hij wil.
2. Spinoza was geen immigrant.
3. Spinoza was voor godsdienstvrijheid.
4. Spinoza´s vrijheid werd eerst Beperk door de regels van de een Joodse geloofsgroep.

Wie ontdekte het slingeruurwerk?

1. Hugo de Groot
2. Antoni van Leeuwenhoek
3. Piet Hein
4. Christiaan Huygens

Pauzemomentje

Werktijd max. 20 min.

1. Maak de vragen bij les  7 en 8 in je werkboekje af
2. Klaar? Begin met het herhalen en lees paragraaf 1.1

Afsluiting

Schrijf 3 woorden op die je deze les hebt geleerd en licht deze toe