Paragraaf 4.2 Duitsland: de Europese reus

4.2 Duitsland: de Europese reus

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.2 Duitsland: de Europese reus

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:

- De ontwikkeling van de Duitse industrie beschrijven
- De regionale verschillen in Duitsland uitleggen



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Industrie in Duitsland
- Economie snel gegroeid na WOII
- Vooral de chemische, de elektronica en de auto-industrie groeide enorm


Hightechindustrie: Veel hoogopgeleide werknemers nodig 

Maak
Aantekeningen!!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Duitse automerken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedrijven zitten bij elkaar en profiteren van de goede infrastructuur
Alle fabrieken van verschillende onderdelen voor het eindproduct zitten dicht bij elkaar
Gevolg: minder tijd in transport en dus lagere kosten
Maak
Aantekeningen!!
Agglomeratievoordeel: Het voordeel dat bedrijven bij elkaar zitten 
 
- Alle fabrieken van verschillende onderdelen voor het eindproduct zitten dicht bij elkaar
- Voordelen:  minder tijd in transport dus lagere kosten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sectoren van werk
- primaire sector :                     landbouw
- secundaire sector:              industrie
- tertiaire sector:
 diensten

Maak
Aantekeningen!!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer diensten
- Na de industrie ook veel groei in de dienstensector
- Oorzaak:  Duitse bevolking steeds hoger opgeleid
-  Grote advocatenkantoren, ontwerpbureaus en banken groeiden uit tot 
multinationale ondernemingen (multinationals): 
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen
Maak
Aantekeningen!!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regionale ongelijkheid
- Van 1945 en 1989: 2 staten
- West - Duitsland:  (BRD) 
Hoge welvaart
- Oost - Duitsland:  (DDR)
Lage welvaart




Maak
Aantekeningen!!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regionale ongelijkheid
- 1990: Duitsland werd 1 land

Maak
Aantekeningen!!
Oost - Duitsland
West - Duitsland
Oude industrie
Nieuwe industrie
Bedrijven failliet
Bedrijven groeiden
Veel werklozen
Veel werk

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruhrgebied

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruhrgebied
- Ligt in West - Duitsland
- Vroeger belangrijk voor Duitsland
- Groot industriegebied met steenkoolmijnen en staalfabrieken
- Veel werk

1960: Mijnen en fabrieken gingen sluiten in het Ruhrgebied
Mensen raakten hun baan kwijt
Ruhrgebied liep leeg
Maak
Aantekeningen!!

Slide 12 - Diapositive

Door globalisering uitschuiving van de zware industrie naar lagelonenlanden en opkomst van de high tech: hoogopgeleiden
Krimpgebieden
Groeigebieden
Noord en Oost Duitsland
Zuid - Duitsland
Hightech industrie
Weinig werk
Veel werk
Ruhrgebied
Berlijn
Munchen
Hamburg
Waar groeit en waar krimpt de bevolking en waarom?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkvorm: Placemat

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mini SO 4.2

R


2p
(1p) Wat is regionale ongelijkheid?
(1p) Geef hiervan een voorbeeld dat zichtbaar is in Duitsland.

T1


3p
Gebruik de bron.
(1p) Beschrijf wat je ziet in de bron
(2p) Geef hiervoor een verklaring.

T2


3p
(1p) Wat is demografische krimp?
(1p) Waarom is dit onwenselijk?
(1p) Wat kan je doen om dit te voorkomen?

I


2p
Veel grote buitenlandse bedrijven vestigen zich vaker 
in Oost-Duitsland / Oost-Berlijn.
Geef hiervoor een verklaring.

Slide 15 - Diapositive

Houdt PTD aan

HERHALING
Paragraaf 4.2
De Europese Reus

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen trokken van de stad naar het platteland na de val van de Muur in Berlijn. Dit heet...
A
Urbanisatie
B
Re-urbanisatie
C
Sub-urbanisatie

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het CBD heeft vooral een....
A
woonfunctie
B
recreatiefunctie
C
werkfunctie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gentrificatie?
A
Het opwaarderen van een woonwijk waardoor rijkere mensen in de wijk komen wonen
B
het verslechteren van een wijk, waardoor er meer kansarmen komen wonen.
C
Het opwaarderen van een wijk buiten de steden.
D
Door suburbanisatie komen er meer rijke mensen wonen in de stad.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 sectoren groeide vooral na WO II?
A
Auto, landbouw en chemische industrie
B
Auto, chemische en elektronica industrie
C
Landbouw, chemische en elektronica industrie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een hightechindustrie?
A
Een plek van waaruit auto onderdelen worden verspreid
B
Een bedrijventerrein
C
Industrie waarvoor hoogstaande technische kennis nodig is
D
Industrie waar alleen maar robots in werken

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent agglomeratievoordeel?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kiezen bedrijven voor agglomeratievoordeel?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De primaire sector is..?
A
De industrie
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beroep valt onder de primaire sector?
A
Melkveehouder
B
Treinmachinist
C
Docent aardrijkskunde
D
Lasser in staalfabriek

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk beroep valt onder de dienstensector?
A
Boer
B
Bouwvakker
C
Loodgieter
D
Bankmedewerker

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een aantal multinationals?

Slide 28 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Ruhrgebied?
A
Groot gebied met veel auto industrie
B
Groot gebied met mijnen en staalfabrieken
C
Groot gebied met veel landbouw
D
Groot gebied met veel hoofdkantoren van banken

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de groeigebieden in Duitsland?
A
Berlijn, Munchen en Ruhrgebied
B
Berlijn, Munchen en Hamburg
C
Ruhrgebied en Berlijn
D
Dusseldorf, Berlijn en Ruhrgebied

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions