Berlijn 4.2.H

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Paragraaf 2 

Duitsland: de Europese reus

Planning

- Wat weten we nog?

- Nieuwe stof bespreken

- Opdrachten maken

Wat is de secundaire sector?

1. Industrie
2. Diensten
3. Landbouw
4. Commerciële dienstverlening

De tertiaire sector is..

1. Industriesector
2. Dienstensector
3. Landbouwsector
4. Sector voor onderwijs

Wat zijn agglomeratievoordelen?

1. Bedrijven die elkaar nodig hebben zitten dichtbij elkaar
2. Door betere opleiding werken meer mensen in de dienstensector
3. Bedrijven hoeven geen belasting te betalen
4. Machines kunnen snel veel werk leveren

Wanneer begon de economie snel te groeien van Duitsland?

1. Na 1851
2. Na 1871
3. Na 1945
4. Na 1910

Nigeria en Duitsland hebben industrie. Welk verschil is er?

1. Duitsland verkoopt meer hoogtechnologische industrieproducten in vergelijking tot Nigeria.
2. Nigeria maakt meer eindproducten dan Duitsland.
3. Duitsland maakt eenvoudiger industrieproducten dan Nigeria
4. Nigeria heeft geen grondstoffen, Duitsland wel.

Primaire sector

Secundaire sector

Tertaire sector

Quartaire sector

Industrie in Duitsland

Duitsland is na WOII economisch snel  gegroeid.       

• hightechindustrie = gebaseerd op  hoogstaande technische kennis.
• chemie en auto-industrie
  

Industrie in Duitsland

Duitse auto-industrie: autofabrieken, maar  ook toeleverende bedrijven vestigen zich  vlakbij elkaar.

                     agglomeratievoordelen

 = de voordelen  van het bij elkaar zitten.

               vb: lagere kosten.

Meer diensten

Ook de dienstensector ontwikkelde zich in Duitsland.

•  steeds hoger opgeleide bevolking, dus ook  hoogwaardigere diensten.
• advocatenkantoren, designbureaus, banken.
• groeiden uit tot multinationale ondernemingen (multinationals)

Dienstensector een steeds groter aandeel in de economie. 

Regionale 

verschillen

Na de val van de muur:

Oost-Duitsland 

 -Slecht ontwikkeld, bedrijven konden de concurrentie niet aan en gingen failliet 

- Oplossing: investeren in infrastructuur, nieuwe bedrijven vestigen, 

-  Gevolg: minder werkloosheid 

Regionale 

verschillen

West-Duitsland (Ruhrgebied en Saarland)

- Hoge werkloosheid door sluiting mijnen en zware industrie

- oplossing: het gebied hervormen -- hogescholen, toerisme, winkelcentra 

Regionale 

verschillen

 

Zuid-Duitsland

- Economisch het meest ontwikkeld 

- Hightechindustrie 

Sociale bevolkingsgroei

• Migratiesaldo
• immigratie - emigratie = Sociale bevolkingsgroei
• inkomend - uitgaand = Sociale bevolkingsgroei

Sociale bevolkingsgroei

- Vestigingsoverschot

- Vertrekoverschot

Aan de slag!

Lees paragraaf 4.2 en maak opdracht 1, 2, 4 en 5