participium les 24

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Noteer alles wat je weet met korte woorden over:

p.p.a.

passief in het Latijn

Vertaal:
Dominus servum ridentem vocat.

1. De meester roept de lachende slaaf.
2. De meester roept de slaaf, die lacht.
3. De meester roept de slaaf, terwijl hij lacht.
4. De meester roept de slaaf, omdat hij lacht.

P.P.A = participium praesens activum

actief

gelijktijdig

onvoltooid deelwoord

v.b. roepend

voca-ns,ntis

P.P.P. =participium perfectum passivum

passief

voortijdig

voltooid deelwoord

v.b. geroepen (zijnde)

voca- tus,ta,tum

Vragen?

ja                                                                                             nee

steek je hand omhoog.                            m. opdracht les 24 1 t/m 5

de docent komt langs.                              lr. w. les 24 A

stel deze aan de docent .                         lr. gram. les 24 par. 1 en 2 

Disco les 24: grammatica-6    PFA

Het pfa wordt  gevormd door van het ppp  de uitgang –us
te veranderen in –urus. De verbuiging is volgens dominus/serva/bellum.
Letterlijke vertaling: zullende …..
Praktische vertaling: om te …….
Bijv.:  
Sororem vocaturus domum reliqui.

We zullen/gaan onze zus roepen.

    
We zijn van plan onze zus te roepen.

    
We staan op het punt onze zus te roepen.

    
Om
m’n
zus te roepen verliet ik het huis.

Disco les 24: grammatica-7   PFA + een p.v. van esse

Vertaling:

1. zullen

2. van plan zijn

3. op het punt staan

Bijv.:  Sororem vocaturi  sumus.   
We zullen/gaan onze zus roepen.
We zijn van plan onze zus te roepen.
We staan op het punt onze zus te roepen.

Disco les 24: grammatica-9

Het passief van perf., plusquamperf., fut. ex.

wordt
gevormd door het ppp en het praesens,
imperfectum en futurum van
esse.

vocatus sum  vocatus eram  vocatus ero

      
           es                         eras                      eris

      
            est                      erat                       erit

vocati   
sumus   
vocati  eramus   vocati erimus

enz.     enz.      
enz.   

Disco les 24: grammatica-10

Het werkwoord fieri,
perf. factus
sum

1.
worden    

1. gebeuren, ontstaan    

1. gemaakt/gedaan worden

  praesens  imperf.      fut.

  fio               fiebam      fiam

  fis               fiebas       fies

  fit               fiebat        fiet

  fimus  enz.  enz.

  fitis

  fiunt