Burgerschap- Geld 1

Thema geld: Les 1
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Burgerschap

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema geld: Les 1

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord
'geld'?

Slide 2 - Carte mentale

Stelling: Als ik geld krijg van mijn baantje is het meestal binnen een week op
Ja, eens
Nee, oneens
Soms, ligt eraan of ik iets wil kopen

Slide 3 - Sondage

Ik geef mijn geld het vaakst uit aan...
A
Kleren
B
Eten
C
Iets duurs om voor te sparen
D
Leuke uitstapjes maken

Slide 4 - Quiz

Geld: wat kun je er mee?
- Veel dingen die je wilt hebben kosten geld
- Zelf keuzes maken
- Kleding kopen, uitgaan, dure games
- Waarde geld verschilt per persoon
- Nadenken over geld
- Meer inkomen dan uitgeven! (anders schulden)

Slide 5 - Diapositive

Ik vind veel geld hebben belangrijk
Ja, eens
Nee, oneens

Slide 6 - Sondage

Waarom hebben we geld in de wereld?
  • Geld bestaat al heel lang
  • Dingen kunnen kopen
  • Geld als ruilmiddel
  • Ruilen = 2 dingen met elkaar omwisselen
  •  Voorbeeld: een koe ruilen tegen een doos eieren
  • Later in de tijd: zilver & goud gebruiken
  • Munten: gaan nooit kapot & blijven goed!

Slide 7 - Diapositive

Wat kun je nog herinneren over geld wat we net hebben besproken?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Vidéo

Wat is belangrijk uit het vorige filmpje?

Slide 10 - Carte mentale

>Geld als een ruilmiddel gebruiken

Slide 11 - Diapositive

Waarom is geld uitgevonden?
  • Ruilhandel werkte niet altijd
  • Je hebt niet altijd iets nodig 
  • Voorbeeld: als de bakker veel brood heeft, heeft hij niet altijd zelf ook een koe of eieren nodig!
  • Geld: zelf kiezen wanneer je iets nodig hebt!
  • Ruilen is moeilijk met verschillende waardes spullen

Slide 12 - Diapositive

Waarom is geld uitgevonden?

Slide 13 - Carte mentale

Het budgetplan
  • Verschillende inkomsten: loon of zakgeld
  • Voorbeelden uitgaven: telefoonabonnement, sportschool of de energierekening
  • Budgetplan: Overzicht van inkomsten & uitgaven
  • Weten hoeveel geld je over hebt in een maand
  • Kosten van de toekomst 
  • Budget: grens voor hoeveel je kunt kopen!
  • Maandelijks, wekelijks of jaarlijks!

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld budgetplan

Slide 15 - Diapositive

Dit kun je zelf ook invullen!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Ik hou altijd geld over in de maand
Ja , eens
Nee, oneens

Slide 18 - Sondage

Sparen: is dat belangrijk?

Slide 19 - Diapositive

Sparen
  • Sparen is heel belangrijk!
  • Sparen =  geld apart zetten voor later
  • Een onverwachte uitgave kunnen betalen!
  • Onverwachte kosten: Voorbeeld = je  laptop die kapot gaat
  • Iets duurs voor later kunnen betalen
  • Voorbeeld: sparen voor je zomervakantie vanaf januari

Slide 20 - Diapositive

Heb jij wel eens gespaard voor een uitgave in de toekomst?
Ja, eens
Nee, oneens

Slide 21 - Sondage

Slide 22 - Vidéo

Sparen: je wilt later je huis kunnen kopen!

Slide 23 - Diapositive

Wat heb je geleerd met deze les?

Slide 24 - Carte mentale