Les 3: Herhaling complemento inderecto

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
 
¿Qué vamos a hacer?
A. Opstart: les en absentie
B. Doornemen: VOC D
C. Herhalen: C. indirecto (meewerkend voorwerp)
D. Lezen: Dos tipos de looks
EAfsluiting
 
Después de esta clase:
1. Ken je de woorden van Vocabulario D.
2. Weet je wat het meewerkend voorwerp is 
3. Ken je de vorm van het meewerkend voorwerp in het Spaans
4. Ken je waar  het meewerkend voorwerp staat in een zin.

Los deberes para la semana para la próxima clase:
  • Leren: Vocabulario B,C en D pagina 52
  • Maken: Opdracht 14 c op pagina 18
  • Doornemen: pagina 16 en 17 (complemento directo y completo directo)
 




Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Vocabulario Herhaling bron B

Slide 5 - Diapositive

Kies het juiste betekenis van de volgende woord:

La apariencia
A
vaak
B
de trui
C
het uiterlijk
D
opvallend

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste betekenis van de volgende woord:

La verguenza
A
de korting
B
de schaamte
C
het uiterlijk
D
bezitten

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste betekenis van de volgende woord:

las rebajas
A
de uitverkoop
B
elegant
C
toepassen
D
a menudo

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste betekenis van de volgende werkwoord:

ganar


A
laten zien
B
eten
C
bezitten
D
verdienen

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste betekenis van de volgende woord:

los vaqueros
A
de spijkerbroek
B
de trui
C
het overhemd
D
de jurk

Slide 10 - Quiz

Doornemen 
VOC D

Slide 11 - Diapositive

Complemento indirecto
Meewerkend voorwerp

Slide 12 - Diapositive

Wat in deze zin is C. indirecto?

El cartero ha traído una carta para ti
A
para ti
B
una carta
C
el cartero

Slide 13 - Quiz

Wat in deze zin is C. indirecto?

Han puesto una trampa a los ratones
A
a los ratones
B
una trampa

Slide 14 - Quiz

Wat in deze zin is C. indirecto?

Llegaron muchas quejas al presidente.
A
muchas quejas
B
al presidente
C
llegaron

Slide 15 - Quiz

Wat in deze zin is C. indirecto?

Estoy preparando una cama para ti.
A
una cama
B
estoy preparando
C
para ti

Slide 16 - Quiz

Wat in deze zin is C. indirecto?

Deja una rosa a tu madre para mañana.
A
a tu madre
B
para manana
C
una rosa
D
deja

Slide 17 - Quiz

Wat in deze zin is C. indirecto?

Deja una rosa a tu madre para mañana.
A
a tu madre
B
para manana
C
una rosa
D
deja

Slide 18 - Quiz

Texto
 
Lezen: Dos tipos de looks pagina 12
Maken: Vragen over de tekst
 




Slide 19 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp
El complemento indirecto

Slide 20 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp
El complemento indirecto
  • Wat is een meewerkend voorwerp?
  • Vorm in het Spaans
  • Plaats in de zin

Slide 21 - Diapositive

Wat is een meewerkend voorwerp/ complemento indirecto?
Degene die iets ontvangt/verneemt. 


Ejemplos/ voorbeelden:   
Maria geeft een auto aan haar vader.
Pedro kocht een ketting voor zijn vriendin.
Ik vroeg (aan) haar of ze nog naar het feest gaat.





Vraag:  aan/ voor wie + wwg + onderwerp (+lv)

Slide 22 - Diapositive

De vorm
Yo
me
te
Él/ella/usted
le
nosotros
nos
vosotros
os
ellos/ellas/ustedes
les
mij
jou
hem/haar/u
ons
jullie
hun/u mv
Onderwerp
Meewerkend voorwerp
José compra un coche para su madre
Jose le compra un coche
Jose koopt een auto voor zijn moeder.
Jose koopt een auto voor haar

Slide 23 - Diapositive

Plaats in de zin
Het meewerkend voornaamwoord (C. indirecto) staat direct voor de persoonsvorm.

Juliana me prepara un té (Juliana maakt een kopje thee voor me )
Manuel le llevó rosas (Manuel nam bloemen voor haar mee)
Os doy una camista (Ik geef(aan) jullie een T-shirt)

Slide 24 - Diapositive

El complemento directo
1. Weet je wat het meewerkend voorwerp is ?
2. Wat is de vorm van het meewerkend voorwerp in het Spaans?
3. Waar staat het meewerkend voorwerp in het Spaans?

Slide 25 - Diapositive

¡Hasta la próxima clase!

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive