uitleg pH van basische stoffen

pH van basische oplossingen
Hoe zat het met de pH?
Concentratie H3O+ in mol/L
pH=-log[H3O+] of [H3O+] = 10 tot de macht - pH
pH 3 = 0,001 mol/L
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

pH van basische oplossingen
Hoe zat het met de pH?
Concentratie H3O+ in mol/L
pH=-log[H3O+] of [H3O+] = 10 tot de macht - pH
pH 3 = 0,001 mol/L

Slide 1 - Diapositive

even kijken of iedereen "aan" staat: Wat is de pH van een zure oplossing met een [H3O+] van 0,013 mol/L?
A
1,03
B
-1,03
C
1,89
D
-1,89

Slide 2 - Quiz

wat is de concentratie [H3O+] van een sterk zuur met een pH van 1,5?
A
0,176 mol/L
B
31,6 mol/L
C
316 mol/L
D
0,0316 mol/L

Slide 3 - Quiz

nu van basische oplossingen:
bij een zuurconcentratie van 0,00000001 (10 tot de macht -8) is de pH 8, dat klopt op zich nog steeds. ECHTER, er is ook een pOH-schaal....

Slide 4 - Diapositive

pH + pOH = 14

Slide 5 - Diapositive

Wat is de pOH van een oplossing met pH=8?
A
2
B
6
C
8
D
10

Slide 6 - Quiz

De berekening is hetzelfde
pH = 8
pOH = 6
[OH-] = 0,000001 mol /L 

Slide 7 - Diapositive

Nog een voorbeeld:
De pH van een oplossing is 12,3 wat is de [OH-]?
14,0-12,3 = 1,7
10 tot de macht - 1,7 = 0,01995 = 0,020 mol/L

Slide 8 - Diapositive

En de pH berekenen:
Je hebt een oplossing van een sterke base, de [OH-] is 0,50 mol/L wat is de pH?
-log 0,5 = 0,30 let op, base dus dit is pOH
de pH is dan 14,00-0,30=13,70

Slide 9 - Diapositive

Wat is de pH van een sterke base met een [OH-] van 0,065 mol/L? (2 decimalen)

Slide 10 - Question ouverte

formules:
pH = -log [H3O+]
[H3O+] = 10 tot de macht - pH
pH + pOH = 14
pOH = -log [OH-]
[OH-] = 10 tot de macht -pOH

Slide 11 - Diapositive

Je lost 0,5 gram NaOH (molmassa 40 g/mol) op in 250 mL, wat wordt de pH? (1 decimaal)

Slide 12 - Question ouverte

uitleg
0,5 / 40 = 0,0125 mol/250mL
MOET naar mol/L, dat is dus 4x zoveel, 0,05 mol/L
-log 0,05 = 1,3 (dat is de pOH)
pH = 14 - 1,3 = 12,7

Slide 13 - Diapositive

OEFEN DIT!!!!
lijkt makkelijk, is het ook, maar je raakt snel in de war!

Slide 14 - Diapositive

pH-verloop tijdens een titratie
Als je begint met b.v. pH=2 en door toevoeging van 10 mL base ben je neutraal, hoe gaat het pH verloop dan?
(we titreren hier door, ook na het equivalentiepunt)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat valt op? Door de logarithme een S-curve
-9 mL nodig om van pH=2 naar pH = 3 te gaan
-1 mL nodig om van pH = 3 naar pH = 7 te gaan
- 1 mL nodig om van pH = 7 naar pH = 10 te gaan
-9 mL nodig om van pH is 11 naar pH = 12 te gaan

Slide 17 - Diapositive

Potentiometrie:
Een titratie waarbij je het eindpunt bepaald met een pH meter (ipv een kleurstof)
voordeel: geen last van kleur (b.v. cola)
kan geheel automatisch (titratierobot)
nadeel: je moet door na het equivalentiepunt

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien