P2 - Les 3A - Duitse regels in Nederland

De Tweede Wereldoorlog
Welkom bij geschiedenis
Les 3A
§4 Duitse regels in Nederland
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De Tweede Wereldoorlog
Welkom bij geschiedenis
Les 3A
§4 Duitse regels in Nederland

Slide 1 - Diapositive

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:
  • Kun je het verloop van Operatie Barbarossa en Pearl Harbor beschrijven.
  • Kun je de volgende kenmerken van de Tweede Wereldoorlog beschrijven:
  1. ‘moderne wapens’
  2. Totale oorlog
  3. Propaganda
  4. Censuur
  5. Massamoorden
  6. Holocaust
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk
Maken: §3 Opdracht 1 t/m 10
Leren: §3 Het verloop van de oorlog
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Classroom

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Door welke gebeurtenis ontstaat er begin jaren 30 een economische crisis in Duitsland?
A
bezetting Ruhrgebied door Frankrijk
B
mislukte push van Hitler
C
beurscrash in New York
D
hyperinflatie

Slide 5 - Quiz

Wat is een totale oorlog?
A
Een oorlog waarbij ook burgers worden betrokken in terreurdaden
B
Een oorlog waaraan minimaal 5 landen mee vechten
C
Een oorlog waarin minimaal 100.000 slachtoffers vallen
D
Een oorlog waarbij er nieuwe wapens worden uitgevonden

Slide 6 - Quiz

De rassenleer is onwetenschappelijk. Wat betekent dat?
A
De rassenleer is een theorie.
B
De rassenleer berust op foute gegevens.
C
De rassenleer is bewezen.
D
De rassenleer is waar.

Slide 7 - Quiz

In 1942 vond de Wannsee conferentie plaats.

Met welk doel werd deze bijeenkomst gehouden?
A
Een antwoord te zoeken hoe de Reichskristallnacht in de praktijk moest plaatsvinden.
B
Een antwoord te zoeken op de Endlosung (definitieve oplossing voor het jodenvraagstuk)
C
Een antwoord te zoeken hoe joden en zigeuners gedeporteerd moeten worden naar vernietigingskampen
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 8 - Quiz

Wat wordt bedoelt met de Holocaust
A
De achterstelling van Joodse burgers door het instellen van de Neurenberger rassenwetten
B
De bijeenkomst van hoge nazi's in 1942 om te beslissen hoe de Joden massaal uitgeroeid konden worden
C
De razzia's in Joodse buurten tijdens de Tweede Wereldoorlog
D
De vernietiging van 6 miljoen Joden tijdens de tweede wereldoorlog

Slide 9 - Quiz

Wat verstaan we onder Operatie Barbarossa?
A
De Duitse inval van Nederland
B
De Japanse aanval op Indonesië
C
De Duitse aanval op de Sovjet-Unie
D
De Japanse aanval op Hawaï

Slide 10 - Quiz

6. Wat was voor Japan de belangrijkste reden om de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbour aan te vallen?
A
Zolang Amerika een legerbasis bij Hawaï had, konden de Japanners de andere Aziatische landen niet veroveren.
B
Omdat de Amerikanen een week daarvoor de Japanse legerbasis hadden aangevallen.
C
Omdat Amerika de oorlog had verklaard aan Japan
D
Omdat Japan bang was dat de Amerikanen Japan zouden binnenvallen.

Slide 11 - Quiz

Welke van de antwoorden hieronder is GEEN oorzaak voor de opkomst van Hitler
A
De zware economische crisis vanaf 1929
B
Het Dawesplan
C
De dolkstootlegende
D
Ontevredenheid over de vrede van Versailles

Slide 12 - Quiz

Wat is géén gevolg van de opkomst van Adolf Hitler?
A
De communisten stichten hun eigen land: Oost-Duitsland
B
Duitsland wordt een totalitaire staat
C
Het fascisme wordt genormaliseerd in Duitsland
D
Joden en andere bevolkingsgroepen worden gezien als "staatsvijand"

Slide 13 - Quiz

Wat is rassenleer?
A
Verdeling van mensheid in zwakke en sterke rassen
B
Het uitroeien van Joden in Europa
C
De officiële lessen in nazi-scholen
D
De leer dat mensen gelijkgesteld moesten worden aan elkaar

Slide 14 - Quiz

Welke mening past bij de rassenleer van de nazi's?

A
Er zijn maar twee rassen: Germanen en Joden.
B
Het Duitse ras moet zuiver blijven.
C
Het is belangrijk dat rassen zicht vermengen.
D
Homoseksuelen zijn een ander ras.

Slide 15 - Quiz

Wat waren taken van de SS?
A
Het beschermen van untermenschen
B
Het doden van Joden
C
Het doden van zigeuners, gehandicapten en homoseksuelen
D
Ruzie zoeken in joodse wijken

Slide 16 - Quiz

Nadat Nazi-Duitsland Nederland had bezet veranderde er veel in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wie werd op 29 mei 1940 benoemt tot 'rijkscommissaris voor het bezette Nederlands gebied'?
A
Arthur Seyss-Inquart
B
Adolf Hitler
C
Johan korf
D
Anton Mussert

Slide 18 - Quiz

Wat was het doel van de Hitlerjugend?
A
jongeren opvoeden tot kritische en zelfstandige burgers
B
jongeren opvoeden tot gedisciplineerde nationaal-socialisten
C
zelfredzaamheid en burgerschapszin van jongeren vergroten
D
plezier beleven en sporten

Slide 19 - Quiz

In 1935 werd de rassenleer in Nazi-Duitsland vastgelegd in
A
De Neurenberger Rassenwetten
B
Propagandamateriaal
C
de Kristallnacht
D
Terreur

Slide 20 - Quiz

Nationaal Socialisme
A
Naam voor de fascistische ideeen van Hitler en zijn aanhangers
B
Stroming binnen het socialisme dat gelijkheid belangrijk vindt.
C
Naam voor een gedachte dat Socialisme alleen werkt als het nationaal wordt uitgevoerd
D
Stroming binnen het nationalisme waarbij socialisme als vijand wordt gezien.

Slide 21 - Quiz

Wat is een Blitzkrieg?
A
Zo snel mogelijk wapens maken
B
Zo snel mogelijk tanks naar het front krijgen
C
Zo snel mogelijk, zoveel mogelijk land veroveren
D
Zo lang mogelijk niet vechten

Slide 22 - Quiz

De Tweede Wereldoorlog is van:
A
1944-1948
B
1914-1918
C
1940-1945
D
1950-1955

Slide 23 - Quiz

Asmogendheden
Geallieerden

Slide 24 - Question de remorquage

3 groepen in NL
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrip:
  • Collaboreren
  • Verzet
  • Aanpassen
Collaboreren
  • Samenwerken met de Duitsers
  • NSB
  • Landverraders
Verzet
  • Duitsers dwars zitten
  • Helpen van onderduikers
  • vervalsen, overvallen etc.
Aanpassen
  • Aanpassen
  • Grootste groep
  • gewoon doorleven (overleven)

Slide 25 - Diapositive

Najaar 1940: 
strengere maatregelen

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrip:
  • Bon
  • Arbeidsinzet
Persoonsbewijs
distributiesysteem (op de bon)
Arbeidsinzet

Slide 26 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord:
Gelijkschakeling

Slide 27 - Carte mentale

Gelijkschakeling
  • Nazi’s willen NL volgens hun ideeën
  • Gelijkschakeling
  1. censuur
  2. Verbod op politieke partijen
  3. Verbod op vakbonden

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Begrip:
  • Bon
  • Arbeidsinzet

Slide 28 - Diapositive

Opdracht(en)

Maken: 
 §3.3 - Opdracht 1 t/m 10


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk
Maken: §3 Opdracht 1 t/m 10
Leren: §3 Het verloop van de oorlog
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Classroom

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 30 - Diapositive

Lesdoelen check!

Slide 31 - Diapositive

Hoe noem je het als je samenwerkt met de bezetter van je land?
A
Capituleren
B
Collaboreren
C
Mobiliseren
D
Neutraal

Slide 32 - Quiz

Wat hield het begrip arbeidsinzet in?
A
Inzet Duitse mannen in Nederlandse economie
B
Inzet van Joden in Duitse economie
C
Inzet van Joden in Nederlandse economie
D
Inzet Nederlandse mannen in Duitse economie

Slide 33 - Quiz

Wat is gelijkschakeling?
A
Alle maatregelen om van Duitsland een totalitaire staat te maken.
B
Het inkomen en de macht moest gelijk verdeeld worden
C
Scholen en kranten mochten alleen maar ideeën verspreiden die de nazi's goedkeurden
D
Mensen die tegen de nazi's zijn worden in concentratiekampen opgesloten.

Slide 34 - Quiz

Waarom zouden mensen de Duitse bezetters helpen (collaboreren)?
A
Omdat ze bang waren .
B
Omdat ze een normaal leven wilden.
C
Omdat ze wilden vechten.
D
Omdat ze het eens waren met hun ideeën.

Slide 35 - Quiz

Vul de zin aan:
In de Tweede Wereldoorlog gingen de meeste Nederlanders
A
In het verzet
B
Collaboreren met de Duitsers
C
Zich aanpassen
D
Vluchten

Slide 36 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 37 - Carte mentale

Lesdoelen
  • Weet je waar je voor beoordeeld wordt deze periode.
  • Kun je de oorzaken van de Tweede Wereldoorlog beschrijven.
  • Kun je het begin van de Tweede Wereldoorlog benoemen.
  • Kun je het verloop van de Blitzkrieg en de slag om Engeland beschrijven.
  • Kun je de bondgenootschappen van As-mogendheden en Geallieerden herkennen en benoemen.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 38 - Diapositive