Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Oefentoets Lezen H3 en H4
Lezen H3 en H4
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lezen H3 en H4
Slide 1 - Diapositive
Geef drie voorbeelden van een informatieve tekst
Slide 2 - Question ouverte
Geef drie voorbeelden van een instruerende tekst
Slide 3 - Question ouverte
Infographics zijn informatieve..
A
teksten die een beeld illustreren door teksten te combineren.
B
illustraties met een combinatie van tekst en beeld.
C
grafieken met een combinatie van informatie en grafieken.
Slide 4 - Quiz
Soms staan er bij teksten ook cirkeldiagrammen. Wat is de functie hiervan?
A
aantrekkelijker maken
B
aanvullende informatie geven
C
verduidelijken
Slide 5 - Quiz
Waar vind je meestal de hoofdgedachte van een tekst?
A
de hoofdgedachte is vaak de eerste zin van een tekst.
B
in de inleiding en/of in het slot
C
in de inleiding
Slide 6 - Quiz
Wat doe je bij globaal lezen?
Slide 7 - Question ouverte
Geef een tekstvoorbeeld bij globaal lezen.
Slide 8 - Question ouverte
Wat doe je bij zoekend lezen?
Slide 9 - Question ouverte
Geef een tekstvoorbeeld bij zoekend lezen.
Slide 10 - Question ouverte
Wat doe je bij intensief lezen?
Slide 11 - Question ouverte
Geef een tekstvoorbeeld bij intensief lezen.
Slide 12 - Question ouverte
In welke volgorde zou je de vorige leesstrategieën kunnen gebruiken om een studietekst te leren?
Slide 13 - Question ouverte
Welk tekstverband geeft het signaalwoord ‘ook’ aan?
Slide 14 - Question ouverte
Lees de volgende uitspraken en geef aan of je met een feit of een standpunt te maken hebt.
Slide 15 - Diapositive
Deze dag is te mooi om te werken.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 16 - Quiz
Ik denk dat je gewoon te beroerd bent om te werken.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 17 - Quiz
In 2011 verloren 3040 werknemers in de metaalsector hun baan.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 18 - Quiz
Op afbetaling kopen, dat is funest.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 19 - Quiz
Mijn zus vindt het belachelijk dat ik haar mobieltje heb afgepakt.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 20 - Quiz
Toen de varkenspest uitbrak, heeft dat ons belachelijk veel geld gekost.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 21 - Quiz
Het boek bevat tien prachtige portretten met foto’s.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 22 - Quiz
Sem is nog nooit op vakantie geweest.
A
Feit
B
Standpunt
Slide 23 - Quiz
Lees de uitspraken en noteer het standpunt.
Slide 24 - Diapositive
Het is een risicovolle operatie, omdat het spierweefsel hoe dan ook beschadigd zal raken.
Slide 25 - Question ouverte
Twee derde van de jongeren heeft schulden, dat kun je toch geen klein probleem meer noemen.
Slide 26 - Question ouverte
Je internet werkt veel te traag: bij het downloaden van een liedje op YouTube moet hij al twee keer laden.
Slide 27 - Question ouverte
Lees de uitspraken en noteer het argument.
Slide 28 - Diapositive
Zo boeiende was dat praatje van haar niet: de helft van het publiek deed ondertussen wat anders.
Slide 29 - Question ouverte
De eerste reactie van het publiek was heel positief, dus dat ontwerp van Aimee is wel een toppertje.
Slide 30 - Question ouverte
Nieuwe huizen moeten niet meer worden aangesloten op het gasnet, want we moeten zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen.’
Slide 31 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor ‘betogen’?
A
overtuigen
B
bespreken
C
gedogen
Slide 32 - Quiz
Er zijn echter ook mogelijkheden die veel milieuvriendelijker zijn. Het is dus niet meer nodig om nieuwe huizen op het gasnet aan te sluiten.'
A
Standpunt
B
Weerlegging
C
Tegenargument
Slide 33 - Quiz
‘Nieuwe huizen moeten niet meer worden aangesloten op het gasnet.’
A
Standpunt
B
Weerlegging
C
Tegenargument
Slide 34 - Quiz
Wat betekent ‘beschouwen’?
A
beledigen
B
bekijken
C
een mening geven
Slide 35 - Quiz
Wat zal je niet snel tegenkomen in een beschouwende tekst?
A
feiten
B
meningen
C
standpunten
Slide 36 - Quiz
Wat is het doel van een beschouwende tekst?
A
De schrijver wil zijn mening geven over een bepaald onderwerp
B
De lezer kan na het lezen zijn eigen mening vormen over een bepaald onderwerp’
C
De schrijver wil de lezer beledigen.
Slide 37 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
4.3 Betoog O2b -O2c
Février 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
O2b 4.3 - Betoog
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Lezen 4.3
Novembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
4.3 Betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Les 1, 2 en 3 Doelgericht, standpunt en kern van teksten
Septembre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Nederlands les 5.3 betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Nederlands les 5.3 betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Nederlands CC3 Deel 1 - Les 3: De kern van teksten
Décembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs