Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4.3 Betoog O2b -O2c
LEZEN HOOFDSTUK 4
TEKSTEN MET MENINGEN LEZEN
4.3
BETOOG
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
LEZEN HOOFDSTUK 4
TEKSTEN MET MENINGEN LEZEN
4.3
BETOOG
Slide 1 - Diapositive
PLANNING
Bespreken resultaten 4.2
Voorkennis ophalen
Behandelen theorie 4.3 Betoog
Online opdracht 1 , 2 en examenopdracht maken
Slide 2 - Diapositive
DOEL
AAN HET EINDE VAN DE LES HERKEN JE EEN BETOOG EN WEET JE OP WELKE MANIER DE SCHRIJVER JOU PROBEERT TE OVERTUIGEN
Slide 3 - Diapositive
Voorkennis ophalen
Feit
Mening
Argument
Slide 4 - Diapositive
Welke uitspraak met betrekking tot objectieve argumenten en subjectieve argumenten is waar:
A
Objectieve argumenten zijn niet- feitelijke uitspraken, subjectieve argumenten zijn controleerbaar.
B
Subjectieve argumenten zijn niet feitelijke uitspraken, objectieve argumenten zijn controleerbaar.
C
Argumenten, zowel de objectieve als de subjectieve, zijn foute argumenten.
D
Objectieve argumenten en subjectieve argumenten zijn verschillende soorten standpunten.
Slide 5 - Quiz
Van welke drogreden is hier sprake:
'Gras in de tuin is beter dan asfalt, dat zegt de visboer ook.'
A
drogreden (generalisatie)
B
drogreden (onjuist beroep autoriteit)
Slide 6 - Quiz
Uitleg
De schrijver geeft in een
betoog
duidelijk zijn mening. Hij gebruikt
argumenten
om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.
De
hoofdgedachte
van een betoog is de mening van de auteur.
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld:
STANDPUNT
'Nieuwe huizen moeten niet meer worden aangesloten op het gasnet,
want we moeten zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals gas).'
ARGUMENT
Slide 8 - Diapositive
Uitleg
Naast argumenten vind je ook
tegenargumenten
in een betoog.
Een goede schrijver bedenkt welke argumenten de
tegenpartij
kan gebruiken en deze probeert hij meteen in zijn betoog te
weerleggen
.
Eerst noemt de schrijver een argument tegen zijn eigen standpunt. Vervolgens legt hij uit waarom dit volgens hem geen goed argument is.
Slide 9 - Diapositive
Een voorbeeld
(in vier delen):
Slide 10 - Diapositive
'Nieuwe huizen moeten naar mijn idee niet meer worden aangesloten op het gasnet.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 11 - Quiz
'Het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals gas) is niet meer van deze tijd.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 12 - Quiz
'Natuurlijk moet ieder huishouden toegang hebben tot goede warmte- en energievoorzieningen.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 13 - Quiz
'Er zijn echter ook mogelijkheden die veel milieuvriendelijker zijn. Het is dus niet meer nodig om nieuwe huizen op het gasnet aan te sluiten.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 14 - Quiz
Een voorbeeldtekst:
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Wat te doen:
Online opdracht 1, 2 en examenopdracht maken
VOLGENDE WEEK:
4.4 Beschouwing
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
O2b 4.3 - Betoog
Novembre 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
4.3 Betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Nederlands les 5.3 betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Nederlands les 5.3 betoog
Octobre 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Lezen 4.3
Novembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Betoog
Janvier 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Oefentoets Lezen H3 en H4
Avril 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
4.2 Argumenten beoordelen O2b -O2c
Février 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 4