Oefentoets topic 4

March 26th
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

March 26th

Slide 1 - Diapositive

Mock test (= oefentoets) topic 4
In this LessonUp you will answer questions about words and grammar.

How well you did, tells you if you are ready for the test or if you need to practise some more.

Slide 2 - Diapositive

Welke woord past in de zin?
I can't ..... my keys.

A
move to
B
report
C
think
D
find

Slide 3 - Quiz

Welk woord past in de zin?
My brother has a ......, her name is Sara.
A
suspect
B
children
C
daughter
D
husband

Slide 4 - Quiz

Welk woord past in de zin?
We are going on a ..... through London.
A
flag
B
tour
C
funeral
D
building

Slide 5 - Quiz

Wat is de Nederlandse vertaling van:
arrest

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de Nederlandse vertaling van:
sneak in

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de Nederlandse vertaling van:
evidence

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de Engelse vertaling van:
trouwen met

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de Engelse vertaling van:
afscheid nemen

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de Engelse vertaling van:
gebouw

Slide 11 - Question ouverte

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... are those people? They are my parents.
A
where
B
who
C
what
D
why

Slide 12 - Quiz

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... were you born? In 2007
A
when
B
where
C
what
D
how

Slide 13 - Quiz

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... can I help you? You can carry my bag for me.
A
why
B
when
C
what
D
how

Slide 14 - Quiz

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
.... are you crying? I am sad.
A
how
B
when
C
why
D
what

Slide 15 - Quiz

Welk vraagwoord hoort voor de zin?
..... is her name? It's Sara.
A
what
B
when
C
who
D
where

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de twee vormen van TO BE in de verleden tijd? Schrijf ze op met een + ertussen.
Dus: ... + ...

Slide 17 - Question ouverte

My parents ..... not home yesterday.
A
was
B
were

Slide 18 - Quiz

I .... angry with you.
A
was
B
were

Slide 19 - Quiz

They .... playing football.
A
was
B
were

Slide 20 - Quiz

She ... my best friend.
A
was
B
were

Slide 21 - Quiz

JFK .... President of the USA.
A
was
B
were

Slide 22 - Quiz

Alex and Adam .... studying together.
A
was
B
were

Slide 23 - Quiz

The dogs .... playing in the garden.
A
was
B
were

Slide 24 - Quiz

Zet deze zinsdelen in de juiste volgorde:
was born - in 2007 - in Woerden - I

Slide 25 - Question ouverte

Zet deze zinsdelen in de juiste volgorde:
President - was - JFK - of the USA - long ago

Slide 26 - Question ouverte

Zet deze zinsdelen in de juiste volgorde:

lived - in the USA - I - in 1995

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de regel van plaats en tijd in een zin?
A
Er is geen regel.
B
Weet ik niet.
C
De plaats staat voor de tijd.
D
De tijd staat voor de plaats.

Slide 28 - Quiz

Tip over de open vragen
Kijk bij de open vragen die fout gerekend zijn goed naar jouw antwoord en naar het goede antwoord. 

Probeer te achterhalen waarom jouw antwoord fout gerekend wordt. Spelfoutje gemaakt, punt achter de zin vergeten?

Slide 29 - Diapositive

Succes met leren voor de toets.

Slide 30 - Diapositive