1B week 11 les 3 P3 Grammatica: uitleg werkwoordelijk gezegde

Welkom 1B
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 1B
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 1 - Diapositive

Stil lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Vandaag

H33 werkwoordelijk gezegde

Berat en Anwar woensdagmiddag flex!

Slide 3 - Diapositive

Kern P3 te behandelen stof
H5 Zelfstandig naamwoord en lidwoord: behandeld
H6 Bijvoeglijke naamwoorden en telwoorden: behandeld
H19 Werkwoorden herkennen: behandeld
H20 Persoonsvorm: behandeld
H21 Onderwerp: behandeld 
H33 Werkwoordelijk gezegde week 12 les 3
H34 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord 
H47 Voorzetsel: behandeld
H48 Persoonlijk voornaamwoord 
H49 Bezittelijk voornaamwoord 
H61 Aanwijzend voornaamwoord 
H62 Betrekkelijk voornaamwoord 
H75 Lijdend voorwerp week 13 les 1
H76 Meewerkend voorwerp week 14 les 2
H77 Bijwoordelijke bepaling week 15 les 1

Slide 4 - Diapositive

PO 
P1: Anwar Arush Arthur: dinsdag 21 maart inleveren
P2: Anwar Berat: dinsdag 4 april inleveren
Staat in SOM!

Kom naar de flex!



Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen

Je leert hoe je het werkwoordelijk gezegde herkent in een zin. 



Slide 6 - Diapositive

Herhaling vorig les
Onderwerp
  • Hoe vind je het onderwerp?

    Slide 7 - Diapositive

    Herhaling onderwerp OW
    1. Gebruik Wie/Wat + PV

    Een magere jongen stond in het doel.
    PV: stond

    Onderwerp = Wie/Wat + PV
    Wie/Wat stond? Een magere jongen stond
    Onderwerp: een magere jongen


    Slide 8 - Diapositive

    Herhaling onderwerp OW
    2. Verander de persoonsvorm van meervoud naar enkelvoud of andersom. Het onderwerp verandert mee. 

    De magere jongen stond in het doel.                 De magere jongens stonden in het doel.
    Onderwerp: de magere jongen


    3. Maak de zin vragend. Het zinsdeel dat meteen na de pv komt te staan, is het onderwerp. 
    Stond de magere jongen in het doel?

    Slide 9 - Diapositive



    Uitleg 
    werkwoordelijk gezegde WG

    Slide 10 - Diapositive

    Slide 11 - Vidéo

    Werkwoordelijk gezegde WG


    Geeft aan wat het onderwerp doet. 
    Alle werkwoorden in de zin inclusief de persoonsvorm. 

    Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen. Ik fiets naar school. Het hele werkwoord is fietsen

    Wij spelen met de blokken.


    Slide 12 - Diapositive

    Werkwoordelijk gezegde

    Soms is het WG maar één werkwoord, dat is dan ook altijd de PV.
    Soms zijn het er meer. 

    Slide 13 - Diapositive

    Werkwoordelijk gezegde
    Die bloemen staan al een hele week in de vaas.

    PV: staan
    OW: die bloemen
    WG: staan

    Slide 14 - Diapositive

    Werkwoordelijk gezegde
    Dit weekend wil ik mijn verjaardag gaan vieren

    PV: wil
    OW: ik
    WG: wil gaan vieren

    Slide 15 - Diapositive

    Werkwoordelijk gezegde
    Ook delen van scheidbare werkwoorden: 
    opletten - let…op

    De woordjes ‘te’ en ‘aan het’ horen bij het WG.

    Hij zat op de rug van het paard een boek te lezen.
    WG: zat te lezen

    De kinderen zijn tikkertje aan het spelen.
    WG: zijn aan het spelen

    Slide 16 - Diapositive

    Werkwoordelijk gezegde
    Na het klassenfeest ruimen de leerlingen met elkaar de rommel op

    PV: ruimen
    OW: de leerlingen
    WG: ruimen op (hele WW is opruimen!)

    Slide 17 - Diapositive

    Huiswerk nakijken
    H20 opdracht 3 t/m 8 (vorige les)
    H21 opdracht 1 t/m 5

    Nagekeken tot H21 opdracht 2

    Slide 18 - Diapositive

    Huiswerk
    Noteer in je agenda voor de volgende les:

    Maken H21 opdracht 6 t/m 10





      Slide 19 - Diapositive

      Aan de slag

      Ga aan de slag met het maken van de opdrachten. 
        Of
        Maak een groepje van 4 en start met je po. 


        Slide 20 - Diapositive


        Is de opdracht duidelijk?

        Slide 21 - Diapositive

        Volgende les
        H75 Lijdend voorwerp

        Slide 22 - Diapositive

        Zijn voor jou de lesdoelen behaald?


        Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin.

        Slide 23 - Diapositive

        Hoe ging deze les?
        Wat heb je geleerd vandaag?

        Wat vond je leuk aan deze les? 

        Heeft iemand vragen?

        Slide 24 - Diapositive

        Fijne dag 
        &
        tot de volgende keer!

        Slide 25 - Diapositive