Taalverzorging woordenschatstrategieën signaalwoorden terugblik zk mail

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Leesverslag 

a: Wat is een recensie? Waar kun je recensies vinden?

b: Les 17, blz. 38-39

Maandag 14 oktober

Wat gaan we vandaag doen?

Woordenschat: Je kunt vertellen welke woordstrategieën er zijn en deze toepassen in de opdrachten. (SE2/3/4+CE)

Je oefent signaalwoorden (SE1/2/3/4+CE)

Je leert van de fouten uit de zakelijke e-mail (SE4)

Woordenschat

Je volgt een opleiding waarbij je taalniveau 2F moet behalen.

 Niveau 2F is het minimale niveau waaraan elke Nederlander zou moeten voldoen. 

Waarom is een brede woordenschat belangrijk?

                = de 
         verzameling

woorden die jij hebt

Wat is taalniveau 2F?

Overheid:  alle teksten op niveau 2F schrijven.

Een 2F-tekst bevat:

duidelijke titel en tussenkoppen;

actieve schrijfstijl (u schrijft zich in ipv u moet zich hiervoor inschrijven) met voorbeelden;

eenvoudige woorden die iedereen kent;

korte en duidelijke zinnen.

Wat doe je als je een woord niet begrijpt?

• Qua tekst: herlees - lees vooruit - lees langzamer
• 
  
• Qua woord: in het woord zelf - context - opzoeken
  

• polemiek
  
• Er werd een felle, politieke polemiek gevoerd bij het praatprogramma op RTL.

Woordraadstrategieën

• Synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis
• Omschrijving: legt in meer dan een woord de betekenis van een onbekend woord uit
• Voorbeeld: voorbeelden kunnen de betekenis van een onbekend woord uitleggen

• Tegenstelling: een tegenstelling kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen

Aan de slag!

 herlees - lees vooruit - lees langzamer

in het woord zelf - context - opzoeken

Maken: S1, woordenschat, NN, opdr. 1-2-3 (t/m 5)-6

Schrijf in het boekje. Jens: Les 24

Je mag overleggen. We kijken straks na.

Gedaan?

Opdrachten hoofdlettergebruik/leestekens/werkwoordspelling

Antwoorden Woordenschat

1. Neurowetenschappers doen onderzoek naar hersenen.
2. In kranten staan voornamelijk (objectieve) nieuwsberichten, in opiniebladen staan meningen. Kranten verschijnen elke dag, opiniebladen minder vaak (wekelijks bv).
3. Verschillen tussen meisjes en jongens
4. Algemene verwachtingen die mensen hebben van jongens en meisjes.

Antwoorden Woordenschat

5. Dat wat een maatschappij van je verwacht, wat wenselijk is.

6. Omdat een Britse collega deze termen heeft bedacht.

7. empathischer

8. Dat dit karaktereigenschappen zijn die bij mannen vaak voorkomen.

10. Ruimtelijk inzicht hebben, mondeling sterk zijn.
11. Aangeleerd.

Antwoorden Woordenschat

12. aanneming, aanvaarding: acceptatie

kortgeleden: onlangs

met woorden: verbale

negeren, ontkennen: onder het tapijt vegen

stevig vastzittend: diepgeworteld

tot stand brengen: presteren

werkelijk: reëel                   werken: functioneren

Zakelijke e-mail

Vorige les

Lees de feedback

Wat is juist?

1. Geachte heer/mevrouw,
2. Geachte Heer/Mevrouw,
3. Geachte heer, mevrouw,

Mijn opa zit in een rolstoel en dit
................ (belemmeren)
hem om naar buiten te gaan.

1. belemmerd
2. belemmert

Nu is mijn vraag
.....
jullie:

1. aan
2. voor

Wat is de juiste schrijfwijze?

1. weleens
2. welleens

Wat is de juiste schrijfwijze?

1. bevreiden
2. bevrijden

Maak af:
Je wilt geen ruzie, omdat je aan iemand......fiets zit.

1. z'n
2. zijn
3. ze

Ik hoop zo snel mogelijk een reactie te ontvangen.
Kim IJsen

1. Prima afsluiting!
2. Ik mis: Hartelijke groet,
3. Ik mis: M.V.G.
4. Ik mis: Met vriendelijke groet

Ik hoop
...
een snelle reactie

1. voor
2. op
3. naar

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?

1. eerst
2. ten slotte
3. daarna
4. denk aan

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?

1. zoals
2. daarnaast
3. echter
4. zo

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor samenvatting?

1. al met al
2. dus
3. ten slotte
4. met andere woorden

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?

1. zoals
2. ten slotte
3. tegenover
4. denk aan

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?

1. en
2. ook
3. daarna
4. tevens

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?

1. met het doel
2. Maar
3. Mits
4. kortom

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor een tegenstelling?

1. terwijl
2. maar
3. tegenover
4. daarentegen

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor een opsomming?

1. en
2. ook
3. daarna
4. daarnaast

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?

1. dan ook
2. zo
3. Als ... dan
4. dat houdt in

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een toelichting?

1. toch
2. ten slotte
3. tegenover
4. dat wil zeggen