3.1 Tijd van voorspoed

3.1 Tijd van voorspoed

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

3.1 Tijd van voorspoed

Hoofdstuk 3 De Republiek in de Gouden Eeuw


2 VWO

Slide 1 - Diapositive

Programma

  • Intro H3
  • Voorkennis
  • Uitleg
  • Opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel

'Hoe kon de Republiek der Zeven Verenigde 
Nederlanden uitgroeien tot een wereldmacht?' 

Slide 3 - Diapositive

De Republiek in de Gouden Eeuw
Tijdvak van regenten en vorsten (1600 tot 1700)

Nederland als republiek 
(1588 tot 1795)

Bloeiende economie, cultuur en ontstaan van wereldhandel



Slide 4 - Diapositive

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?

Slide 5 - Carte mentale

Waarom was 1648 een belangrijk jaartal voor de Republiek?

Slide 6 - Question ouverte

Waarom was de republiek niet 1 staat? Gebruik de Staten-Generaal in je antwoord.

Slide 7 - Question ouverte

Koppel de juiste omschrijvingen met het begrip.
Staten-Generaal
Stadhouder
Raadspensionaris
Gewestelijke staten 
  hoofd over leger en vloot
  beslist over het land
  heeft contacten met het buitenland
beslist over zaken in de provincie

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Vidéo

Intro hoofdstuk
Amsterdam als knooppunt van internationale handelsroutes.

Ontstaan Amsterdamse Stapelmarkt.

Vooral protestanten en Joden die afkwamen op deze bedrijvigheid.

Ontstaan VOC en WIC.




Slide 10 - Diapositive

Producten én kennis
Er worden in verschillende gebieden, verschillende goederen vervoerd. Niet alleen goederen, maar ook kennis! 

Amsterdam als knooppunt (stapelmarkt)
Oostzeegebied                  Rest van de wereld

Slide 11 - Diapositive

Amsterdam als stapelmarkt
Stapelmarkt = plaats waar handelsproducten tijdelijk worden opgeslagen om van daaruit verder te worden verhandeld naar andere gebieden.

Bijvoorbeeld: wijn en olijfolie uit Zuid-Europa -> Stapelmarkt Amsterdam -> verkoop in Oostzeegebied. Maar ook andersom!

Gunstige locatiefactor: Amsterdam & Antwerpen liggen
halverwege Noord/Zuid-Europa.

Slide 12 - Diapositive

Producten op de stapelmarkt
- Stof
- Hout
- Kaas
- Graan

Maar ook producten van de VOC en WIC! -> Specerijen
- Haring
- Wijn
- Olijfolie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Protestant, tolerant en rijk
De Republiek was protestant.

In landen rondom de republiek werd je vervolgd om je geloof, de republiek was tolerant.

Veel mensen emigreren naar de republiek. Amsterdam werd een wereldstad




Slide 16 - Diapositive

Waarom naar de Republiek?
- Rijkdom van de Republiek
- In de Republiek minder oorlog
- Godsdienstvrijheid
- Tolerantie (ook in de wetenschap)

Rond 1625 was 40% van de Amsterdammers migrant.

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk!
Wat ga je doen? Je maakt van 3.1 de opdrachten 1, 2, 4, 5,  7, 8, 10 en 11.

Wanneer moet het af? Je krijgt deze les de tijd, volgende les moet het af zijn.

Hulp? 1. eerst de theorie goed lezen, gebruik eventueel internet.
            2. buurman/buurvrouw naast je vragen, dan pas je docent.

Klaar? Markeren belangrijke zinnen 3.1, gebruik de doelenlijst hierbij.

Tijd: Zie timer.

timer
30:00

Slide 18 - Diapositive

Wat is een stapelmarkt?

Slide 19 - Question ouverte

Waarom was het handig dat vooral rijke protestanten en joodse kooplui uit Antwerpen op de Stapelmarkt actief waren?

Slide 20 - Question ouverte

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is meestal geladen met...
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 21 - Quiz

Wat is geen reden voor de vele migranten om naar de Republiek te komen?
A
Rijkdom in de Republiek
B
Migranten kregen gratis land in de Republiek
C
In de Republiek was minder oorlog
D
Godsdienstvrijheid in de Republiek

Slide 22 - Quiz

Welk woord hoort NIET bij de Gouden Eeuw?
A
Rijkdom
B
Kunst
C
Koninkrijk
D
Oorlog

Slide 23 - Quiz

Koppel de juiste omschrijvingen aan oorzaak of gevolg.
Oorzaak
Gevolg
Spanjaarden namen Antwerpen in
Vluchten duizenden kooplui naar Amsterdam
Amsterdam groeide snel
Amsterdam importeert graan uit de Oostzee

Slide 24 - Question de remorquage

Wat vond je nog moeilijk?

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf 1 ding op die je geleerd hebt of wat goed ging.

Slide 26 - Question ouverte