(kinder)rechten_MAVO_OKAN+

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ProjectSecundair onderwijs

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Is het belangrijk om kinderen te beschermen tegen geweld en andere vormen van onrecht?
JA
NEEN

Slide 3 - Sondage

Wie of wat kan
kinderen beschermen?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Bespreek met je buur en vul aan:
"Kinderrechten: kinderen hebben het recht om/op..."

Slide 6 - Carte mentale

Welke kinderrechten
heb je onthouden?

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Vidéo

Wat viel op in dit filmpje?

Slide 9 - Carte mentale

Tijd voor een quiz!

Slide 10 - Diapositive

Wat is een recht?
A
Een recht is iets dat alle kinderen moeten hebben.
B
Een recht is iets dat je moet doen.
C
Een recht is iets dat krom is.

Slide 11 - Quiz

Wat is een plicht?
A
Een plicht is iets dat je moet doen.
B
Een plicht is iets dat je mag doen.
C
Een plicht is iets dat je niet moet doen.

Slide 12 - Quiz

Recht op onderwijs. Wat wil dat zeggen?
A
Kinderen moeten alle dagen huiswerk maken.
B
Kinderen mogen alleen leren en nooit spelen.
C
Alle kinderen moeten naar school kunnen gaan om iets te leren.

Slide 13 - Quiz

Recht op een eigen mening. Wat wil dit zeggen?
A
Kinderen moeten alles krijgen wat ze willen.
B
Kinderen mogen je verwijten.
C
Kinderen mogen altijd luid roepen.
D
Kinderen mogen zeggen wat ze denken.

Slide 14 - Quiz

Wat is een straatkind?
A
Een kind dat in een huis in een straat woont.
B
Een kind dat geen huis heeft en dat ‘s nachts vaak op straat moet slapen.
C
Een kind dat altijd op straat loopt in plaats van op het voetpad.

Slide 15 - Quiz

Als grote mensen kinderen slaan, hoe noem je dat?
A
behandeling
B
mishandeling
C
een spelletje

Slide 16 - Quiz

"Geen kinderen in de oorlog." Wat wil dit zeggen?
A
Als er ergens oorlog is, mogen kinderen geen soldaat worden.
B
Kinderen mogen niet met speelgoedgeweertjes spelen.
C
Kinderen mogen geen ruzie maken.

Slide 17 - Quiz

Is de volgende stelling juist of fout?
"Je mama of papa helpen met de afwas is kinderarbeid"
JUIST
FOUT

Slide 18 - Sondage

Waarom laten sommige mensen kinderen werken in een fabriek?
A
Omdat ze aan kinderen niet zoveel moeten betalen.
B
Omdat kinderen graag in een fabriek werken.
C
Omdat kinderen niet zo slim zijn.

Slide 19 - Quiz

Is de volgende stelling juist of fout?
"Als een jongetje heel de dag in een fabriek tapijten moet maken is dat kinderarbeid."
A
JUIST
B
FOUT

Slide 20 - Quiz

Welke stelling is niet juist?
A
Kinderen moeten alles krijgen wat ze vragen.
B
Kinderen mogen zeggen wat ze denken.
C
Grote mensen moeten ook naar kinderen luisteren.
D
Kinderen hebben recht op een eigen mening.

Slide 21 - Quiz