Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Molrekenen
Slide 1 - Diapositive
leerdoelen
Herhalen
- wet van lavoisier
- Rekenen aan reacties volgens de wet.
Nieuw:
- Rekenen aan reacties volgens mol
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent de wet van Lavoisier?
Slide 3 - Question ouverte
Chemisch rekenen
Mol rekenen
1 mol = 6,023*1023 moleculen
n = m / M
n = aantal mol
m = massa (in gram)
M = molmassa (g/mol)
Slide 4 - Diapositive
molrekenen
Stappenplan
1. Kloppend maken
2. molecuulmassa berekenen (g/mol)
3. omrekenen naar mol
4. Rekenen met verhoudingen
5. Omrekenen naar gram
Deze stappen zijn altijd hetzelfde
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel moleculen heeft 1 mol stof?
Slide 6 - Question ouverte
Wat zijn de vijf stappen van mol-rekenen?
Slide 7 - Question ouverte
Stap 1
Reactievergelijking opstellen
en kloppend maken.
Slide 8 - Diapositive
In bezine-auto's en diesel-auto's zit een katalysator verwerkt. Deze zorgt ervoor dat er minder schadelijke gassen vrij komen in de uitlaatgassen. Wat is een katalysator? (paragraaf 1)
Slide 9 - Question ouverte
Tijdens de verbranding van benzine ontstaan schadelijke gassen. Zoals koolstofmono-oxide en resten benzine (C4H10) Met de katalysator reageert deze stoffen samen met zuurstof tot koolstofdioxide en waterdamp. Wat is de reactieschema van de katalysator? (paragraaf 2)
Slide 10 - Question ouverte
Tijdens de verbranding van benzine ontstaan schadelijke gassen. Zoals koolstofmono-oxide en resten benzine (C4H10) Met de katalysator reageert deze stoffen samen met zuurstof tot koolstofdioxide en waterdamp. Wat is dan de reactievergelijking? Maak deze ook kloppend! (paragraaf 2) Koolstofmono-oxide + benzine + zuurstof --> koolstofdioxide + waterdamp
Slide 11 - Question ouverte
Stap 2
Molecuulmassa's uitrekenen
(periodiek systeem erbij)
Slide 12 - Diapositive
Wat is de molecuulmassa van benzine (C4H10)? Zet de berekening erbij
Slide 13 - Question ouverte
Stap 3
Omrekenen naar mol
n = m/M
n = aantal mol
m = massa (gram)
M = molmassa (g/mol)
Slide 14 - Diapositive
Stel je hebt 6 gram zuurstof. Hoeveel mol is dat?
Slide 15 - Question ouverte
Stap 4
Verhoudingen rekenen
Je hebt 6 gram zuurstof. Hoeveel mol water ontstaat er?
C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H20
Uitwerking stap 4
C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2 + 4 H20
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Zelf aan de slag!
In teams heb ik een document geplaatst
"stap voor stap molrekenen"
Daar mag je mee aan de slag!
oefening 1 t/m 3
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld op het bord
C6H12O6 + O2 --> H2O + CO2
Er is 100 gram glucose (C6H12O6). Hoeveel gram water ontstaat er?
1. Kloppend maken
2. Molecuulmassa's berekenen
3. Omrekenen naar mol
4. Rekenen met verhoudingen
5. Omrekenen naar gram.
Slide 19 - Diapositive
Voorbeeld op het bord
C6H12O6 + O2 --> H2O + CO2
Er is 100 gram glucose (C6H12O6). Hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat er?
1. Kloppend maken
2. Molecuulmassa's berekenen
3. Omrekenen naar mol
4. Rekenen met verhoudingen
5. Omrekenen naar gram.
Slide 20 - Diapositive
Zelf doen!
C6H12O6 + O2 --> H2O + CO2
Er is 100 gram glucose (C6H12O6). Hoeveel gram zuurstof reageert er?