1.1 - Bladeren, fotosynthese en verbranding (4BB)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Biologie

VMBO-BB 4

Leerjaar 4 (VMBO-BB)

Hoofdstuk 1 - Planten

Hoofdstuk 2 - Ecologie

Hoofdstuk 3 - Mens&Milieu

Hoofdstuk 4 - Voeding&Vertering

Hoofdstuk 5 - Gaswisseling

Hoofdstuk 6 - Transport

Hoofdstuk 7 - Opslag, uitscheiding en bescherming

Toetsen

- Begrippen+afbeeldingen klas 3 (1x)

- Hoofdstuk 1 (3x)

- Hoofdstuk 2 (3x)

- Hoofdstuk 4 (3x)

Hoofdstuk 6 (3x)

- Begrippen+afbeeldingen klas 3+4 (1x)

- Practicumopdrachten/verslagen (1x)

Poster duurzaamheid (1x)

Thema 1 

Planten

VMBO-BB 4

Thema 1 - Planten

1.1 - Bladeren, Fotosynthese en verbranding

1.2 - Wortels en stengels

1.3 - Glucose als grondstof

1.4 - Voortplanting

1.5 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding

1.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

1.1 - Bladeren

Doelen van de paragraaf

Je kan onderdelen van een blad benoemen

Je weet het verschil tussen organische en anorganische stoffen

Je weet welke reacties bij fotosynthese en verbranding plaatsvinden

Je weet wanneer fotosynthese en verbranding plaatsvinden

Fotosynthese

Fotosynthese

Nodig: Koolstofdioxide en water (met zonlicht)

Levert op: Zuurstof en glucose 

Glucose: energierijke stof

Reactie fotosynthese

Verbranding

Deel gemaakte glucose en zuurstof gebruikt voor verbranding

Afvalstoffen: water + koolstofdioxide

Reactie verbranding

Gemaakte stoffen

Deel van de glucose die de plant maakt, gebruikt hij direct

Een deel slaat hij op voor later (reservestoffen)

Deze stoffen krijgen wij binnen als we planten eten!

Stoffen

Organisch -> waaruit levende wezens bestaan. Voorbeeld: suiker, eiwit, cellulose

Anorganisch -> in levende en levenloze natuur. Voorbeeld: water, zout, zuurstof

Anorganische stoffen: geen energie, maar wel belangrijk! 

Vragen?

Stoffen waaruit organismen zijn opgebouwd, zijn...

1. Organische stoffen
2. Anorganische stoffen
3. Organische en anorganische stoffen

Water is een voorbeeld van een...

1. Organische stof
2. Anorganische stof

Voor fotosynthese heeft de plant alleen maar anorganische stoffen nodig

1. Waar
2. Niet waar

Een plant maakt met fotosynthese...

1. Zuurstof en water
2. Koolstofdioxide en water
3. Zuurstof en glucose
4. Koolstofdioxide en glucose

Voor verbranding heeft een mens water en glucose nodig

1. Waar
2. Niet waar, het is zuurstof en glucose
3. Niet waar, het is koolstofdioxide en glucose
4. Niet waar, het is water en zuurstof

Alle stoffen die de plant maakt, gebruikt hij meteen

1. Waar
2. Niet waar

Aan het werk

- Opdrachten werkboek maken

Kijk deze ook na (via een device, thuis of op school)

Volgende les moeilijke vragen klassikaal -> zelf aandragen