H4Lezenblok3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H4Lezenblok3

Lezen blok 3?

Stof

Standpunt & argumenten

Argumentatiestructuur

Argumentatieschema's

Zuiver redeneren (drogredenen)

Bijzonder taalgebruik

Standpunt

Wat is/zijn (een) standpunt(en)?

1. opdracht, instructie
2. vraag
3. probleem, moeilijkheid
4. mening, overtuiging

Wat voor soort argument is:
Amsterdam is een geweldige stad met veel bezienswaardigheden.

1. feitelijk
2. waarderend

Welk soort argument?

1. vermoedens
2. feiten
3. ervaring
4. onderzoek

Soort argument?

1. feitelijk argument
2. ervaringsargument
3. gezagsargument
4. vergelijkingsargument

Soort argument?

1. ervaringsargument
2. gezagsargument
3. feitelijk argument
4. emotioneel argument

Die argumentatietoets was te moeilijk. Merel had een onvoldoende.
Soort argument?

1. Kenmerk/eigenschap
2. Voor- en nadelen
3. Autoriteit
4. Voorbeeld

Welk soort argument?

1. vermoedens
2. geloof (persoonlijke overtuiging)
3. normen en waarden
4. ervaring

argumentatieschema

Welk argumentatieschema zie je hier?

hoe noem je dit argumentatieschema?

1. enkelvoudige argumentatie
2. meervoudige argumentatie

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.

hoe noem je dit argumentatieschema?

1. onderschikkende argumentatie
2. nevenschikkende argumentatie

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.

nevenschikkende argumentatie:

1. de schrijver gebruikt meerdere argumenten
2. de schrijver ondersteunt een argument met een ondersteunend argument
3. de schrijver onderbouwt zijn mening met één standpunt
4. de schrijver gebruikt een signaalwoord

Drogredenen

Drogreden:
Sinds de uitvinding van de rekenmachine kan niemand meer rekenen.

1. persoonlijke aanval
2. bespelen van het publiek
3. vertekenen van het standpunt
4. onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Drogredenen:
Als je deze tandpasta gebruikt, zul je nooit meer gaatjes hebben.

1. Verkeerde vergelijking
2. Vals dilemma
3. Overdrijven voor- of nadelen
4. Onjuist beroep oorzaak-gevolg

Drogredenen: Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is. Dat heeft mijn fitnesstrainer zelf gezegd.

1. onjuist beroep op autoriteit
2. overhaaste generalisatie
3. onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
4. cirkelredenering

Drogredenen:
Johannesburg is helemaal geen onveilige stad, want mijn neef is daar geweest en hem is niets overkomen.

1. vals dilemma
2. overhaaste generalisatie
3. verkeerde vergelijking
4. verkeerde autoriteit

Wat voor drogredenen is:
"Ik lust geen spruitjes, want ik vind ze niet lekker."

1. Persoonlijke aanval
2. Cirkelredenering

Bijzonder taalgebruik

Welke vorm van bijzonder taalgebruik herken je in de volgende regel:
Ik verveel me dood.

1. Herhaling
2. Opsomming
3. Tegenstelling
4. Overdrijving

Wat is een pleonasme?

1. gele kanariepiet
2. mooi boek
3. natte tranen
4. prima start

Welk van deze zijn hyperbool?

1. Die paar tellen duren een mensenleven.
2. Ik verveel me dood.
3. Je kamer is net een varkensstal.
4. Die directeur heeft wel een leuk salarisje.

Wat is de tautologie?

1. blij en verheugd
2. heden en verleden
3. groen gras
4. uren op jou te wachten

Wat is een metafoor?

1. Mijn grootvader rookte als een schoorsteen.
2. Het schip kwam aan.
3. Niemand wil bevriend zijn met zo'n heks.
4. Die hele dure jurk van die prinses leek net een aardappelzak.

Hoe goed ben je voorbereid voor het schoolexamen?

1. Onvoldoende
2. Voldoende
3. Goed