TH4G week 23

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Nederlands

4 juni

Programma

- Theorienummers L3

- Korte quiz over theorienummers soorten argumenten

- Oefentoets

L3: welke theorienummers?

Lezen - Argumenteren - Bijzonder taalgebruik

[63] Standpunt, argumenten en argumentatie

[64] Objectieve en subjectieve argumenten

[65] Soorten argumenten

[66] Opbouw van argumentatie

[67] Argumentatiestructuur

[68] Basisschema’s voor argumentatie

[69] Argumentatieschema’s

[70] Zuiver redeneren

L3: welke theorienummers?

[71] Drogredenen

[72] Argumentaties beoordelen

[73] Bijzonder taalgebruik en retoriek

[74] Beeldspraak

[75] Stijlfiguren

[76] Bijzondere woordkeus

Het is verstandig om een planning voor de toetsen te maken. Dat heb ik vorig jaar ook gedaan en de resultaten waren goed.

1. Emotioneel
2. Empirisch
3. Moreel
4. Feitelijk

Op de Kanaalweg wordt veel te hard gereden. Dit jaar zijn er, net als vorig jaar, twee dodelijke slachtoffers gevallen. Ik pleit dan ook voor een wegversmalling en een snelheidsbeperking.

1. Feitelijk
2. Empirisch
3. Emotioneel
4. Vergelijking

Schrijven leer je alleen door het veel te doen. Hetzelfde geldt voor het houden van presentaties en het voeren van een debat of discussie.

1. Nut of gewenst gevolg
2. Emotioneel
3. Moreel
4. Vergelijking

Opdracht (30 minuten)

Maak de oefentoets.

1) Lees de vragen. Welke denk je te kunnen maken?

2) Welke theorienummers heb je nodig?
3) Geef antwoord op de vragen

Nederlands

5 juni

Programma

Lesdoel: iedereen weet hoe de vragen van de oefentoets beantwoord moeten worden

- Oefentoets bespreken: welke theorienummers?

- Elkaars toets nakijken of samen nakijken: is het goed gemaakt?

- Plan opstellen: wat moet je nog doen voor de toetsweek?

Opdracht (5 minuten)

Opdracht: zoek op welke theorienummers je moet gebruiken om de antwoorden te kunnen geven.

Opdracht (20 minuten)

We lezen eerst de tekst samen.

Kijk het werk van degene naast je met de antwoorden van de classroom.

Opdracht (10 minuten)

Maak een plan voor jezelf:

- Hoe ga je leren voor de toetsweek?
- Welke opdrachten moet je nog maken?

- Wat vind je nog lastig en waar wil je nog extra mee oefenen?

Waar wil je nog extra mee oefenen?

Nederlands

6 juni

Programma

Lesdoel: iedereen weet hoe een schema argumentatie moet worden ingevuld en hoe je de onderdelen herkent in de tekst.

- Oefentoets: gemaakt? Wat nog oefenen?

- Opdracht 5 van lezen blok 3: argumentatieschema

- Argumentatieschema controleren

Oefentoets

Heb je de toets gemaakt?

- Waar wil je nog mee oefenen?

- Wat ga je doen voor de toetsweek?
- Welke opdrachten moet je nog maken?

Opdracht (30 minuten)

We lezen eerst de tekst samen.

Maak daarna de opdrachten van vraag 5 lezen blok 3. We gaan het argumentatieschema samen bespreken.

Klaar? Werk verder aan je literatuurdossier.

Argumentatieschema

Hoe vul je het in?

1. Alinea 5 nogmaals lezen

2. Schrijf in volgorde op wat je zeker weet

3. Denk logisch na over wat de andere antwoorden zouden moeten zijn.

Tip: Hoe ziet het argumentatieschema eruit?