Woordvolgorde 2Vef(1)

Lezen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen

Slide 1 - Diapositive

Grammatica PLOT26, les 1


ZINSDELEN

CERTIFICAAT

Slide 2 - Diapositive

Boeiend taal is. Weten we het moet hoe allemaal.






                          Wat gaat hier mis?

Slide 3 - Diapositive


Woordvolgorde doet er toe.
Maar ligt deze ook vast?

Kun je de volgorde in de zinnen rechts veranderen, zonder de woorden aan te passen?

Maak een zin, geen vraag.

Staat er nog hetzelfde?










De bizar snelle atleet liep erg traag.

Hij at het lekkere broodje gisteren.

De kapper knipt het haar van de vrouw met de poedel.

     Waarom lukt het niet om alle woorden te husselen?


Slide 4 - Diapositive

Wat is de grappigste zin die je hebt gemaakt over de kapper?

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord blijft waar het is?

Slide 6 - Diapositive

Hoe zit dat met andere talen?
Waarom zegt een Engelsman die een beetje Nederlands spreekt vaak zinnen als:

Gisteren ik ging naar school.
Vandaag ik koop brood/ Vandaag ik zal kopen brood.

Slide 7 - Diapositive

Waarom het handig is iets te weten over woordvolgorde:
Mollen mollen mollen.
Tot 2.34

Slide 8 - Diapositive

Mollen mollen mollen.
Wat is hier
onderwerp,  persoonsvorm en  lijdend voorwerp?

Hoe weet je dat?

Slide 9 - Diapositive

De van zin toepast je blijkt grammatica als pas de regels niet grammaticale.
Breinkraker

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk




PLOT26 > Grammatica 2, les 1. Alle opdrachten


Slide 11 - Diapositive

Grammatica - zinsontleding voor klas 2
timer
10:00
Eerst lekker lezen!

Slide 12 - Diapositive

grammaticacertificaat
Wanneer? 1e kans: Vrijdag 13 januari 2023

Hoe? Voorbereiding lessenserie GRAMMATICA 2 en GRAMMATICA 3.

Wat? Zinsdeelbenoeming van de enkelvoudige zin:
persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk EN naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepalingen.


NB: het naamwoordelijk gezegde wordt uitgesplitst in werkwoordelijk en naamwoordelijk deel

Slide 13 - Diapositive

De vaste volgorde...
• Persoonsvorm pv
• | Zinsdelen |
• Onderwerp o
• Belangrijkste werkwoord  ww* 
• Werkwoordelijk gezegde  wwg of Naamwoordelijk gezegde nwg
• Lijdend voorwerp  lv
• Meewerkend voorwerp mv
• Bijwoordelijke bepaling bwb

Slide 14 - Diapositive

Rollen van werkwoorden

Slide 15 - Diapositive