H7.1 het deeltjesmodel 3kader

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:
leren wat een model is (in de natuurkunde)
leren wat het deeltjesmodel is
leren wat de drie fasen zijn
leren wat de zes faseovergangen zijn

Slide 2 - Diapositive

Het deeltjesmodel helpt je te snappen:
  • hoe stoffen in elkaar zitten, 
  • waarom ze doen wat ze doen 
  • en kunnen wat ze kunnen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het deeltjesmodel: afspraken
– Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 
– Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
– Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 
– Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 12 - Quiz

aan de slag
Bekijk het volgende filmpje van het deeltjesmodel zelfstandig en maak opgaven 1 t/m 4  ( 7min ) werkboek B

Klaar? lees blz. 129 uit je tekstboek  

Slide 13 - Diapositive

Maak nu: 
Opdracht 24 tm 27. 

Klaar? Heb je nog werk van andere vakken?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

vervolg 
Als de temperatuur stijgt, gaan de moleculen heviger trillen.
de afstand tussen de moleculen wordt dan groter
hierdoor neemt de onderlinge aantrekkingskracht af

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

vervolg 
de aantrekkingskracht is groot genoeg om de moleculen bij elkaar te houden.
hoe hoger de temperatuur , hoe groter de snelheid van de moleculen is en hoe gemakkelijker ze uit de vloeistof zullen ontsnappen  

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

vervolg
een gas kun je gemakkelijk samenpersen.
Dat komt doordat er bij een gas veel ruimte tussen de moleculen zit. 

Slide 21 - Diapositive

Fasedriehoek

Slide 22 - Diapositive

opgaven 
Maak opgaven 7, 8, 9, 10 uit je werkboek deel A op blz 89

10 min
en daaraan nakijken 

Slide 23 - Diapositive

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen 
  • gas naar vast = rijpen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 31 - Quiz

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 32 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 33 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 34 - Quiz

Aan de slag
lees blz 130 

Slide 35 - Diapositive