2.3 Water

Hoofdstuk 2
Water
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2
Water

Slide 1 - Diapositive

Moleculen en atomen

Slide 2 - Diapositive

deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Het deeltjesmodel: afspraken
– Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 
– Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
– Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 
– Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Fasedriehoek

Slide 13 - Diapositive

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen 
  • gas naar vast = rijpen

Slide 14 - Diapositive

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Slide 18 - Diapositive

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 19 - Quiz

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 20 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 21 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 22 - Quiz

Welke fase overgang
zien we hier?

A
Koken
B
Smelten
C
Verdampen
D
Gas

Slide 23 - Quiz

Welke faseovergang
zie je hier?
A
Rijpen
B
Sublimeren
C
Verdampen
D
Condenseren

Slide 24 - Quiz

0

Slide 25 - Vidéo

Welke faseovergang
is dit?
A
Verdampen
B
Vloeistof
C
Condenseren
D
Sublimeren

Slide 26 - Quiz

Aan de slag
We maken nu paragraaf 3  af. 

Opdracht 1 tot en met 10 voor de volgende les. 

Slide 27 - Diapositive