Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Fase 2
Geld
Ik kan bedragen schatten
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel 4
Ik kan bedragen schatten
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
1. Klassikale instructie.
2. Geldbedragen afronden.
3. Zelfstandige verwerking met een quiz.
4. Terugblik op de les.
Slide 3 - Diapositive
Waarom is het belangrijk dat je geldbedragen kunt schatten?
Slide 4 - Carte mentale
Geld schatten
* Afronden van geldbedragen.
* Wat kost het ongeveer?
* Heb je genoeg geld bij je?
* Hoeveel geld houd je ongeveer over?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Rond de prijzen af naar makkelijke bedragen:
Het is handig om de prijzen af te ronden naar makkelijke bedragen, waar je vlug mee kunt rekenen. Als het gaat om kleinere bedragen, dan is het handig om af te ronden naar hele of halve euro's.
De tros druiven van €5,98 wordt afgerond naar €6,00.
De meloen van €2,47 wordt afgerond naar €2,50.
De bloemen van €4,03 worden afgerond naar €4,00.
Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.
Slide 7 - Diapositive
Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op.
De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen. In dit geval wordt de som:
€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
Tel de afgeronde bedragen bij elkaar op:
De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen. In dit geval wordt de som:
€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
De uitkomst:
Sem moet aan de kasssa ongeveer €12,50 betalen.
De meest bedragen zijn naar boven afgerond, dus het uiteindelijke bedrag aan de kassa zal iets minder zijn dan €12,50. Door bedragen af te ronden kun je dus gemakkelijk een schatting maken hoeveel iets samen kost.
Slide 8 - Diapositive
€ 24,98 is afgerond?
A
€ 25,-
B
€24,50
C
€24,-
Slide 9 - Quiz
€ 3,78 is afgerond?
A
€ 3,50
B
€ 3,-
C
€ 4,-
Slide 10 - Quiz
Hoeveel is € 2,98 en € 12,15 ongeveer samen?
A
€ 14,-
B
€ 15,-
C
€ 16,-
Slide 11 - Quiz
€ 14,09 is afgerond?
A
€ 15,-
B
€ 14,10
C
€ 14,-
Slide 12 - Quiz
Je wilt 4 broodjes van €2,45 per stuk en je hebt € 10,- bij je. Heb je genoeg?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Je wilt een playstation spel van €49,95 en een dvd van €9,95. Je hebt €50,- bij je, heb je genoeg?